Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de begrippen ‘vennootschappen naar Brits recht’ en ‘corporation tax in het Verenigd Koninkrijk’ in EU-richtlijn 2011/96 niet zien op de vennootschappen die in Gibraltar zijn opgericht en daar aan de VPB-heffing zijn onderworpen.

Het Bulgaarse GVC Services (Bulgaria) EOOD verricht diensten op het gebied van informatietechnologie. De aandelen van GVC worden gehouden door PGB Limited – Gibraltar. In de jaren 2011-2016 keert GVC dividenden uit aan haar moedermaatschappij, zonder daarover in Bulgarije belastingen in te houden of af te dragen. GVC gaat er namelijk vanuit dat PGB kan worden beschouwd als een buitenlandse rechtspersoon die fiscaal is gevestigd in een EU-lidstaat. Volgens de Bulgaarse Belastingdienst moest GVC echter bronbelasting over de uitgekeerde dividenden inhouden. De Bulgaarse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de begrippen ‘vennootschappen naar Brits recht’ en ‘corporation tax in het Verenigd Koninkrijk’ in EU-richtlijn 2011/96 niet zien op de vennootschappen die in Gibraltar zijn opgericht en daar aan de VPB-heffing zijn onderworpen. In Gibraltar opgerichte vennootschappen voldoen niet aan de toepassingsvoorwaarde van art. 2 onderdeel a sub i EU-richtlijn 2011/96. Verder geldt nog dat de door Gibraltar ingestelde belastingregeling niet voldoet aan de toepassingsvoorwaarde van art. 2 onderdeel a sub iii EU-richtlijn 2011/96.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Editie: 6 april

22

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen