Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rioolheffing van de gemeente Nijmegen niet leidt tot overschrijding van de opbrengstlimiet.

Belanghebbende (erflater) was eigenaar van twee woonhuizen die zijn aangesloten op het rioleringsstelsel van de gemeente Nijmegen. In geschil is of de gemeente de opbrengstlimiet heeft overschreden door afschrijvingen van de vervangingsinvesteringen en verbeteringen van het rioleringsstelsel op een onjuiste manier te verwerken in de begroting.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rioolheffing van de gemeente Nijmegen niet leidt tot overschrijding van de opbrengstlimiet. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het mogelijk blijft om bijdragen aan bestemmingsreserves en voorzieningen voor noodzakelijke vervanging van de betrokken activa te scharen onder de lasten voor de rioolheffing. De systematiek voor de jaren 2010-2016 verschilt in wezen niet van het systeem voor de jaren 2006-2009, dat door de Hoge Raad is goedgekeurd (HR 16 januari 2015, nr. 13/04173, V-N 2015/6.27). Van het dubbel rekening houden met vóór 1 januari 2010 al geplande investeringen is geen sprake. Het toegepaste financieringssysteem leidt als zodanig niet tot een overschrijding van de opbrengstlimiet. De geraamde kosten van de post ‘Aanleg’ kunnen worden aangemerkt als kosten van (toekomstige) verbeteringen en onderhoud van het bestaande rioleringsstelsel, en mogen worden opgenomen onder de lasten ter zake. Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende inzicht heeft verschaft en dat belanghebbende niet aannemelijk maakt dat de opbrengstlimiet is overschreden. Het hoger beroep van belanghebbende is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 17 september

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen