Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de heer X zich daadwerkelijk als bestuurder heeft gedragen en dat de ontvanger op goede gronden X heeft verweten als bestuurder onbehoorlijk te hebben gehandeld. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, de heer X, houdt 17 van de 36 aandelen in een bv, die een uitzendbureau exploiteert. De overige aandelen zijn in handen van zijn echtgenote, mevrouw A, die de enige formele bestuurder is. De bv gaat in 2011 failliet. Bij een boekenonderzoek wordt geconstateerd dat X als feitelijk bestuurder van de bv is aan te merken. In geschil is of X daarom terecht aansprakelijk is gesteld voor de belastingschulden. Volgens Rechtbank Noord-Nederland heeft X het beleid van de onderneming mede bepaald als ware hij bestuurder. Verder maakt, volgens de rechtbank, de ontvanger aannemelijk dat X een beleid heeft gevoerd dat geen redelijk denkend bestuurder zou voeren en waarvan hij in redelijkheid behoorde te weten dat daarvan benadeling van de Belastingdienst het gevolg zou zijn. Zo zijn er grote bedragen zonder reële zekerheden uitgeleend aan X en A en aan de aan hen gelieerde maatschappijen. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 19 april 2016, 14/01213,V-N 2016/34.1.4) oordeelt dat X zich daadwerkelijk als bestuurder heeft gedragen (vergl. HR 24 mei 2002, nr. C00/203HR, V-N 2002/38.34) en dat de ontvanger op goede gronden X heeft verweten als bestuurder onbehoorlijk te hebben gehandeld. X heeft als feitelijk bestuurder onverantwoorde risico's genomen in de drie jaar voorafgaand aan de dag waarop mededelingen van betalingsonmacht uiterlijk gedaan hadden moeten zijn. Zo was de rekening-courantschuld eind 2010 opgelopen tot € 231.195, zonder dat er zekerheden voor de rentebetaling en aflossing waren. Feiten en omstandigheden waaruit zou volgen dat de ontvanger onzorgvuldig zou hebben gehandeld, zijn niet aannemelijk gemaakt. Het beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

 

Lees ook de thema's Bestuurdersaansprakelijkheid en Feitelijk leidinggeven.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 36

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Hoge Raad

Editie: 11 april

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen