Hof Den Haag oordeelt dat het kwijtschelden van rente op een forse rekeningcourantschuld niet is ingegeven door zakelijke motieven. Hierdoor vormt deze kwijtschelding een uitdeling en kan deze niet ten laste van de winst worden gebracht.

Belanghebbende X heeft een schuld van meer dan € 5 miljoen aan X bv waarvan hij alle certificaten houdt. De rente op deze vordering over 2014 wordt door X bv aan hem kwijtgescholden en afgetrokken van de winst. De inspecteur accepteert dit niet en stelt dat er sprake is van een onzakelijke lening.

Hof Den Haag velt geen oordeel over de zakelijkheid van de rekeningcourantschuld. Zij is namelijk van mening, in tegenstelling tot de rechtbank, dat de kwijtschelding van de rente niet is ingegeven door zakelijke motieven maar voortkomt uit het aandeelhouderschap van X. Belanghebbende was op enig moment in staat deze rentevordering te voldoen maar X bv heeft dit niet afgedwongen, ook niet via het eisen van een vorm van zekerheid. Hierdoor vormt de kwijtschelding van de rente een uitdeling die per definitie niet ten laste van de winst kan worden gebracht. X bv beschikt bovendien over ruim voldoende winstreserves om deze rente uit te kunnen delen.

Lees ook het thema De onzakelijke lening.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 artikel 10, lid 1, onderdeel a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 10 oktober

25

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen