Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de Sondervermögen fiscaal niet-transparant is. Niet X GmbH had het verzoek om teruggaaf moeten indienen, maar de Sondervermögen.

De Oostenrijkse Spezial Sondervermögen C I tot en met IV beleggen in de jaren 2006 - 2009 in Nederlandse aandelen. Naar Oostenrijks recht is de Sondervermögen fiscaal transparant. Vanwege deze Oostenrijkse fiscale transparantie verzoekt het Oostenrijkse X GmbH, dat (indirect) het belang houdt in de Sondervermögen, om teruggaaf van dividendbelasting over de jaren 2006 - 2009. De inspecteur wijst de verzoeken af. In beroep stelt de inspecteur dat de Sondervermögen niet fiscaal-transparant zijn, en dat de Sondervermögen het verzoek hadden moeten indienen en niet X GmbH.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt, in een tussenuitspraak, dat de Sondervermögen fiscaal niet-transparant zijn. Volgens de rechtbank vertonen de Sondervermögen gelijkenis met Nederlandse fondsen voor gemene rekening. Zij moeten daarom worden aangemerkt als doelvermogens. De rechtbank is dan ook van mening dat niet X GmbH, maar de Sondervermögen het verzoek om teruggaaf hadden moeten indienen. In het kader van effectieve rechtsbescherming merkt de rechtbank de besluiten jegens X GmbH vervolgens aan als besluiten jegens de Sondervermögen. De zaak wordt vervolgens aangehouden in verband met de prejudiciële vragen die de rechtbank aan de Hoge Raad heeft gesteld in de zaken van 1 augustus 2016, nrs. 12/29 en 15/6759 (V-N 2016/43.13 en 43.14).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de dividendbelasting 1965 10

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Dividendbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 27 januari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen