De Hoge Raad oordeelt dat onder Nederland slechts het Europese deel van Nederland wordt verstaan en dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba gelijk worden gesteld met de andere landen van het Koninkrijk.

X is geboren in 1952 en woont sinds 13 juli 2018 in het Europese deel van Nederland. Daarvoor woonde zij op Bonaire. Eind 2018 vraagt X bij de SVB een partieel ouderdomspensioen aan op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW). In geschil is of dit terecht is afgewezen. Volgens de SVB was X toen zij op Bonaire woonde niet verzekerd voor de AOW en zij heeft minder dan één jaar in het Europese deel van Nederland gewoond alvorens zij de voor haar geldende AOW-pensioenleeftijd bereikte. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat onder Nederland (art. 6 lid 1 AOW) het Europese deel van Nederland moet worden verstaan. Daarom was X in de periode van 10 oktober 2010 tot 13 juli 2018 niet AOW-verzekerd. X stelt in cassatie dat Bonaire sinds 10 oktober 2010 onderdeel is van het land Nederland en dat in art. 2 AOW geen onderscheid wordt gemaakt tussen het Europese en het Caribische deel.

De Hoge Raad oordeelt dat onder Nederland slechts het Europese deel van Nederland wordt verstaan en dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba gelijk worden gesteld met de andere landen van het Koninkrijk. Dit volgt uit art. 4 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Invoeringswet BES van 17 mei 2010). Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene Ouderdomswet 6

Algemene Ouderdomswet 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen overzeese Rijksdelen, Sociale zekerheid ouderen

Instantie: Hoge Raad

231

Gerelateerde artikelen