De heer X is vanaf 15 december 2015 houder van een Mercedes-Benz. Het kenteken hiervan is geschorst tot en met 26 november 2017. Op 13 april 2017 wordt echter bij een controle vastgesteld dat de auto is geparkeerd op de openbare weg. In geschil is de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting over het tijdvak 20 april 2016 tot en met 19 april 2017 van € 2723, alsmede de 100% verzuimboete. Volgens Rechtbank Noord-Holland stelt X vergeefs dat de auto met een auto-ambulance naar een erkend garagebedrijf is gebracht en dat de auto op de weg is neergezet ter hoogte van de garage. Bij de controle stond de auto namelijk niet meer ter hoogte van de garage. Ondanks dat X heeft verklaard niet over enig inkomen te beschikken, is de boete niet te zwaar. X is namelijk houder van in totaal zes auto’s. X stelt in hoger beroep dat de auto door bouwvakkers is weggetakeld naar de andere locatie.
Hof Amsterdam oordeelt dat zowel naheffing als de boete terecht zijn. X heeft namelijk inconsistente verklaringen afgelegd over de wijze waarop de auto op de controlelocatie zou zijn beland. X maakt ook voor het overige niet aannemelijk dat sprake is van overmacht en afwezigheid van alle schuld (avas). Zijn slechte financiële situatie is voorts onvoldoende onderbouwd. X heeft namelijk nog steeds zes auto’s op zijn naam staan. De enkele stelling dat de auto’s niets waard zijn, wat door de inspecteur wordt betwist, maakt evenmin dat de boete moet worden gematigd. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 37
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 35
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 29 april