Op Prinsjesdag is het pakket Belastingplan 2017 bij de Tweede Kamer ingediend. Het pakket bestaat uit zes wetsvoorstellen. Het gaat om het Belastingplan 2017, de Overige fiscale maatregelen 2017, de Fiscale vereenvoudigingswet 2017, het wetsvoorstel uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen, het wetsvoorstel fiscale maatregelen rijksmonumenten en scholing en het wetsvoorstel tijdelijk verlaagd tarief openbare laadpalen. Hieronder behandelen wij de Overige fiscale maatregelen 2017.

Inkomstenbelasting

  • Toerekening schulden bij vruchtgebruik.
    Bij goederen waarop een vruchtgebruik rust, wordt in box 3 de blooteigendomwaarde bij de bloot eigenaar in aanmerking genomen en de waarde van het vruchtgebruik bij de vruchtgebruiker. Een afwijkende regeling geldt voor goederen waarop krachtens erfrecht een vruchtgebruik rust. De bezittingen worden volledig belast bij de vruchtgebruiker, terwijl de schulden die deel uitmaken van dezelfde algemeenheid voor de blooteigendomwaarde bij de bloot eigenaar en voor de vruchtgebruikwaarde bij de vruchtgebruiker worden belast. Voorgesteld wordt om in deze situatie alle vermogensbestanddelen voor box 3 gelijk te behandelen en dus ook de schulden volledig bij de vruchtgebruiker in aanmerking te nemen.
  • Eigenwoningregeling bij vruchtgebruik
    Bij beleidsbesluit van 21 februari 2014 (V-N 2014/14.11) is goedgekeurd dat een vruchtgebruiker krachtens erfrecht de rente en kosten die hij betaalt op een schuld die de erflater is aangegaan en waarvan de eigendom bij de bloot eigenaar ligt, in aftrek kan brengen als aftrekbare kosten voor de eigen woning. Dit besluit wordt in dit wetsvoorstel gecodificeerd. Daarbij zijn de volgende aanpassingen opgenomen:
    • Een schuld waarvan de belastingplichtige op grond van het krachtens erfrecht verkregen recht van vruchtgebruik, recht van bewoning of recht van gebruik gehouden is de kosten en lasten te dragen wordt – mits aan de overige voorwaarden is voldaan (waaronder de aflossingseis) – als eigenwoningschuld aangemerkt, zodat recht bestaat op renteaftrek. 
    • Voor het deel van de woning waar het vruchtgebruik op rust ontstaat geen eigenwoningreserve.
    • De restschuldregeling is – mits aan de overige voorwaarden is voldaan – op de vruchtgebruiker van toepassing.
    • Het aflossingsschema van de erflater blijft van toepassing op de schuld als de vruchtgebruiker op het moment van overlijden van de erflater diens partner was. 
    • De schuld is voor de vruchtgebruiker een bestaande eigenwoningschuld als de schuld voor de erflater een bestaande eigenwoningschuld was (een schuld van voor 1 januari 2013) en de vruchtgebruiker op het moment van overlijden van de erflater diens partner was.
  • Heffing beloningen bestuurders en commissarissen
    In belastingverdragen wordt het heffingsrecht over beloningen van bestuurders en commissarissen van een vennootschap in de regel toegewezen aan het land waar die vennootschap is gevestigd. Voorgesteld wordt voor buitenlands belastingplichtige bestuurders en commissarissen van in Nederland gevestigde vennootschappen in de Wet IB 2001 vast te leggen dat zowel wanneer sprake is van winst uit onderneming als wanneer sprake is van loon of resultaat uit overige werkzaamheden Nederland ook volgens nationaal recht over deze beloningen kan heffen.
  • Intrekking spaarrenterichtlijn
    In 2003 is de spaarrenterichtlijn in de Nederlandse wetgeving opgenomen. In de strijd tegen grensoverschrijdende belastingfraude en –ontwijking is vervolgens Richtlijn 2011/16/EU goedgekeurd, die daarna is gewijzigd bij de CRS-richtlijn. De implementatie van de CRS-richtlijn is in Nederland geschied met de Wet uitvoering Common Reporting Standard, die met ingang van 1 januari 2016 in werking is getreden. Het toepassingsgebied van de CRS-richtlijn is over het algemeen breder dan dat van de spaarrenterichtlijn en waar beide samenvallen, heeft de CRS-richtlijn voorrang. De Raad van de Europese Unie heeft de spaarrenterichtlijn ingetrokken. Met dit wetsvoorstel worden de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Wet IB 2001 hierop aangepast. De intrekking van de spaarrenterichtlijn en de gevolgen hiervan voor de Nederlandse wet- en regelgeving, vinden plaats vanaf dezelfde datum als die waarop de maatregelen van de CRS-richtlijn van toepassing zijn geworden. Voor Nederland is dat met ingang van 1 januari 2016. Er wordt voorzien in overgangsrecht.
  • Codificatie beleidsbesluit "tijdklemmen"
    Een van de voorwaarden om een vrijstelling te kunnen benutten bij het tot uitkering komen van een kapitaalverzekering eigen woning, een spaarrekening eigen woning, een beleggingsrecht eigen woning of een zogenoemde Brede Herwaarderingskapitaalverzekering is dat ten minste 15 of 20 jaar jaarlijks premie moet zijn voldaan. In een goedkeuring zijn de hiervoor genoemde termijnen - de zogenoemde tijdklemmen - in bepaalde situaties buiten toepassing verklaard. Het betreffende onderdeel uit het beleidsbesluit van 17 december 2014 (V-N 2015/3.7, TaxVisions editie 29 mei 2015) wordt met dit wetsvoorstel gecodificeerd. Omdat in de praktijk is gebleken dat het in bepaalde gevallen gewenst is eerder dan na de termijn van 15 of 20 jaar met behoud van de vrijstelling tot afkoop over te kunnen gaan, is de codificatie deels breder dan in het besluit en is ook de situatie van verkoop van de eigen woning meegenomen. Ook een andere goedkeuring op dit terrein wordt gecodificeerd. Het betreft het voorkomen van verlies van (een deel van) de vrijstelling bij afkoop van een kapitaalverzekering eigen woning na goedkoper wonen.

Loonbelasting

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen. 
  • Loonbegrip
    Met de voorgestelde wijzigingen vindt in de eerste plaats codificatie plaats van het in de praktijk gehanteerde loonbegrip van de WVA. Met deze wijzigingen wordt wettelijk vastgelegd dat eindheffingsloon is uitgesloten van het loonbegrip dat in het kader van de S&O-afdrachtvermindering wordt gehanteerd voor de berekening van het gemiddelde uurloon.
  • Boete bij overtreding mededelingsplicht
    De ontvanger van de S&O-verklaring heeft een mededelingsplicht over het kalenderjaar voor het aantal bestede S&O-uren en gerealiseerde kosten en uitgaven per S&O-verklaring. Indien deze mededelingsplicht niet wordt nageleefd, wordt er een boete opgelegd. Omdat het om een administratieve fout gaat wordt de boete in de praktijk op maximaal € 2500 vastgesteld. Ter verduidelijking van de wet wordt voorgesteld om in de bepaling een maximumboete op te nemen ter hoogte van dit bedrag. De hoogte van dit bedrag zal eens in de vijf jaar geëvalueerd worden.
  • Procedure opleggen boetes
    Tot slot wordt voorgesteld dat bij het opleggen van deze boetes een lichtere procedure geldt dan de volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geldende procedure. In geval van grove nalatigheid of fraude is de zware procedure van toepassing.

Vennootschapsbelasting

  • Verduidelijking quasi-inbestedingsvrijstelling overheidslichamen
    Voorgesteld wordt de quasi-inbestedingsvrijstelling niet van toepassing te laten zijn op het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen die bij de afnemer worden aangewend ten behoeve van belaste (niet-vrijgestelde) activiteiten. Eveneens wordt voorgesteld de vrijstelling voor interne diensten niet van toepassing te laten zijn op het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen die bij de afnemer worden aangewend ten behoeve van belaste (niet vrijgestelde) activiteiten.
    De wijzigingen vinden voor het eerst toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2017. 
  • Vennootschapsbelastingplicht SNS-vennootschappen
    De vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen vindt voor het eerst toepassing voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2016. In het najaar van 2015 heeft een herstructurering van het SNS-concern plaatsgevonden, waardoor – zonder aanvullende maatregelen – gedurende de laatste maanden van 2015 een periode van niet-belastingplicht voor de vennootschapsbelasting zou ontstaan voor (voormalige) onderdelen van het SNS-concern. De belastingplicht wordt daarom voor de periode van 30 september 2015 tot en met 31 december 2015 expliciet geregeld voor deze rechtspersonen.

Erf- en schenkbelasting

  • Reparatie arrest over bedrijfsopvolgingsregeling bij indirecte aandelenbelangen van minder dan 5%
    De Hoge Raad oordeelde op 22 april 2016 (V-N 2016/24.13, TaxVisions editie 29 april 2016) dat de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet 1956 ook van toepassing kan zijn op aandelen die een holding houdt in een lichaam waarin de erflater geen indirect aanmerkelijk belang heeft. Dit arrest heeft een forse verruiming van de reikwijdte van de BOR en daarmee ook van de doorschuifregelingen in de aanmerkelijkbelangregeling in de Wet IB 2001 tot gevolg. De reparatie houdt kort gezegd in dat de uitleg en werkwijze zoals de Belastingdienst die sinds 2010 heeft gehanteerd wettelijk wordt vastgelegd. Voorgesteld wordt de gevolgen van het arrest te repareren met terugwerkende kracht tot en met het tijdstip waarop deze wijzigingen bij persbericht bekend zijn gemaakt, dus tot en met 1 juli 2016, 0.00 uur.
  • Termijn vaststelling aanslag na schenking eigen woning
    Door de op grond van het Belastingplan 2016 vanaf 1 januari 2017 geldende vrijstelling eigen woning mag iedereen tussen 18 en 40 jaar per schenker eenmalig een schenking van € 100.000 ten behoeve van de eigen woning vrijgesteld ontvangen, al dan niet verspreid over drie achtereenvolgende kalenderjaren. De geschonken bedragen moeten uiterlijk in het tweede kalenderjaar na het kalenderjaar waarin de eerste schenking is gedaan, worden aangewend ten behoeve van de eigen woning. Naar verwachting valt het in veel gevallen pas na drie kalenderjaren na te gaan wat de feitelijke benutting van de vrijstelling is geweest en op welke wijze de schenking is aangewend. Voorgesteld wordt om de – te krappe - termijn voor het opleggen van de aanslag met twee jaar te verlengen en vast te stellen op vijf jaar.

Accijnzen

  • Aanpassing wijnaccijnstarieven.
    Het wetsvoorstel inzake de Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013 (Wet UFM) voorzag in een vereenvoudiging van de accijns op wijn en tussenproducten. De bestaande vijf accijnstarieven voor wijn en drie accijnstarieven voor tussenproducten zouden budgettair neutraal worden vervangen door twee tarieven zowel voor wijn als voor tussenproducten. Voorgesteld wordt nu de bij de Wet UFM gewijzigde accijnstarieven van wijn en tussenproducten, zoals die zouden gaan gelden met ingang van 1 januari 2017, te corrigeren om de beoogde budgettaire neutraliteit te realiseren.
  • Verruiming teruggaafregeling biobrandstoffen
    Het kabinet stelt voor de huidige teruggaafregeling voor biobrandstoffen in de Wet op de accijns uit te breiden met hernieuwbare brandstoffen zoals bijvoorbeeld hernieuwbare methanol.
    Hernieuwbare brandstoffen komen in aanmerking voor de teruggaafregeling als daarvoor een verklaring van een verificateur hernieuwbare brandstof is afgegeven.
    Op grond van richtlijn (EU) 2015/1535 zal de uitbreiding van het toepassingsbereik van de teruggaafregeling biobrandstoffen met hernieuwbare bronnen aan de Europese Commissie als technisch voorschrift worden genotificeerd.
  • Inzet apparatuur of dieren bij accijnscontroles
    Het kabinet stelt voor in de Wet op de accijns een bepaling op te nemen om de benodigde apparatuur of dieren te mogen gebruiken bij controles. Daardoor kan de Douane onder meer tabakshonden en scanapparatuur, ook zonder toestemming van belanghebbenden, inzetten bij accijnscontroles (niet zijnde invoer).

Energiebelasting

Procedure teruggaaf energiebelasting voor zeeschepen
In de Wet belastingen op milieugrondslag is met ingang van 1 januari 2016 een teruggaafregeling ingevoerd in de energiebelasting voor aardgas dat is geleverd om te worden gebruikt als brandstof voor vaartuigen op communautaire wateren (met inbegrip van de visserij). Daarbij is verzuimd om gelijktijdig vast te leggen dat de beslissing op het teruggaafverzoek – evenals bij de andere teruggaafregelingen in de energiebelasting – wordt genomen bij een voor bezwaar vatbare beschikking. Deze omissie wordt in het onderhavige wetsvoorstel rechtgezet.

Toeslagen

  • Fatale termijn voor herziening voorschot en vaststelling toeslag
    De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRvS) op 1 juni 2016 geoordeeld dat de bevoegdheid van de Belastingdienst/Toeslagen om een voorschot bij een herziening te verlagen of om een tegemoetkoming op een lager bedrag te stellen dan op het bedrag van het verleende voorschot, vervalt zodra vijf jaar zijn verstreken sinds het einde van het berekeningsjaar. De tegemoetkoming moet in die gevallen op het bedrag van het verleende voorschot worden gesteld, zodat een terugvordering niet aan de orde is. Voorgesteld wordt de Awir op dit punt in overeenstemming te brengen met het oordeel van de ABRvS.
  • Aanpassing Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit
    De Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit bevat diverse maatregelen die erop gericht zijn om fraude- en invorderingsrisico's tegen te gaan die verband houden met de voorschotsystematiek van de onder de Awir vallende toeslagen. Een van deze maatregelen heeft betrekking op het in bepaalde situaties afzien van het verlenen van een voorschot in de Awir.
    De Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit bevat een vergelijkbare maatregel met betrekking tot voorlopige aanslagen inkomstenbelasting. Deze maatregel, die is opgenomen in de AWR, is geformuleerd als bevoegdheid. Om uniforme toepassing van beide maatregelen te kunnen bewerkstelligen, kiest het kabinet ervoor om de maatregel in de Awir eveneens vorm te geven als een bevoegdheid.
  • Creëren grondslag voor informatie-uitwisseling
    Op grond van de in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) opgenomen geheimhoudingsplicht kan de Belastingdienst/Toeslagen gegevens alleen verstrekken indien een wettelijk voorschrift daartoe verplicht. Dit wetsvoorstel voorziet in een bepaling in de Awir die een grondslag biedt voor gegevensverstrekking door de Belastingdienst/Toeslagen aan andere bestuursorganen waarmee op basis van een convenant wordt samengewerkt. Op basis van deze grondslag zal bij algemene maatregel van bestuur nader worden uitgewerkt welke gegevens aan welke bestuursorganen voor welke doeleinden worden verstrekt. In de convenanten die aan de samenwerking ten grondslag liggen worden ook eisen gesteld aan de wijze van verwerking van de persoonsgegevens die worden verstrekt.
     

>>>Zie voor de brondocumenten de bijlagen hieronder<<<

Lees ook de andere onderdelen van het Belastingpakket 2016:

NB: Abonnees van Vakstudie Nieuws ontvangen eind volgende week een Bijzonder nummer van het tijdschrift waarin de wetsvoorstellen van redactioneel commentaar zijn voorzien. Die aflevering is op vrijdag 30 september 2016 digitaal beschikbaar.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Dossiers: Prinsjesdag 2016

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

4

Gerelateerde artikelen