Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur met de door hem gemaakte opstellingen niet een kastekort bij X aannemelijk maakt. De opstellingen tellen te veel gebreken en zijn onvoldoende adequaat om als bewijs te kunnen dienen voor een ROW-correctie.
X geniet ROW-inkomsten. Naar aanleiding van een onderzoek, en de daarbij gemaakte opstellingen van de inkomsten en uitgaven van X, concludeert de inspecteur dat X meer ROW-inkomsten moet hebben genoten dan hij heeft aangegeven. De inspecteur corrigeert de aangiften en legt IB-(navorderings)aanslagen op aan X.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur met de door hem gemaakte opstellingen niet een kastekort bij X aannemelijk maakt. De opstellingen tellen te veel gebreken. Zo heeft de inspecteur niet onderzocht of X auto’s van zijn vader heeft gekregen of dat hij deze heeft gekocht. Ook becijfert de inspecteur een en ander aan de hand van Nibud-gegevens, waarbij hij naar de mening van de rechtbank een te ruwe methode hanteert door alle vaste lasten te schatten. Dit wreekt zich met name omdat van bepaalde vaste lasten, zoals de verzekeringen, de werkelijk betaalde bedragen bekend zijn. De rechtbank heeft dan ook teveel twijfels over de wijze van toepassing van de gebruikte methode door de inspecteur. De opstellingen zijn dan ook onvoldoende adequaat om als bewijs te kunnen dienen voor een ROW-correctie. De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslagen 2013 - 2015 en vermindert de aanslagen 2016 en 2017.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 14 mei
Carrousel: Carrousel