X en de inspecteur sluiten op een zitting bij Hof Amsterdam een compromis over de aftrek van kosten voor behandelingen bij een psychiater in Suriname. Het compromis houdt in dat 2/3e deel hiervan – voor het grootse deel bestaande uit reiskosten – in 2008 aftrekbaar is. Zonder het overleggen van betalingsbewijzen zijn die kosten vervolgens tot en met 2014 steeds geaccepteerd. In geschil is de aanslag over 2015. Volgens Rechtbank Noord-Holland beroept X zich terecht op het vertrouwensbeginsel. De inspecteur had namelijk alvorens betalingsbewijzen te verlangen, eerst het compromis moeten opzeggen. X overlegt in hoger beroep een dieetbevestiging met als typeringen 'koemelkeiwitvrij' en 'lactosebeperkt/lactosevrij'.
Hof Amsterdam oordeelt dat de kosten van beide diëten aftrekbaar zijn. In de omschrijvingen ‘koemelkeiwitvrij’ en ‘lactosevrij/lactosebeperkt’ zit namelijk geen overlap, ondanks dat koemelkeiwit en lactose vaak wel tegelijk in één product aanwezig zijn. Het eerdere compromis behelst geen toezegging dat de inspecteur de aftrek van alle zorgkosten altijd zou volgen zonder te vragen naar bewijsmiddelen. Deze kosten zijn afhankelijk van de fysieke en mentale gesteldheid, die van jaar tot jaar kunnen verschillen. X beroept zich wel terecht op het correctiebeleid van de Belastingdienst. Na aftrek van de dieetkosten (€ 630) is de opwaartse inkomenscorrectie (een hoger belastbaar inkomen) namelijk minder dan € 500. Dit betekent dat de inspecteur de aanslag conform de aangifte had moeten opleggen (vgl. HR 26 juni 2020, 19/05091, V-N 2020/31.18). Het beroep van X is gegrond. Voor het hoger beroep krijgt X echter geen proceskostenvergoeding. Hij had de dieetbevestiging ook al in eerste aanleg moeten overleggen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 12 november