Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij de schenkingen van zijn oom heeft ontvangen en niet van zijn moeder. De oom heeft de bedragen niet aan moeder geschonken onder de last om ze door te betalen aan X.

A woont meer dan tien jaren in het buitenland en maakt geld over naar zijn zus, Y. Belanghebbende, X, ontvangt in de jaren 2011 - 2016 jaarlijks tussen de € 6500 en € 18.000 van Y, zijn moeder. Naar aanleiding van een onderzoek bij B legt de inspecteur over deze jaren aanslagen schenkbelasting op aan X. Volgens de inspecteur ontvangt X namelijk schenkingen van Y. X stelt echter dat de schenkingen van zijn oom (A) afkomstig zijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij de schenkingen van A heeft ontvangen en niet van Y. A heeft die bedragen niet aan Y geschonken onder de last om ze door te betalen aan X. Hij maakt met de door hem overgelegde e-mailcorrespondentie ook niet aannemelijk dat de schenkingen door Y plaats hebben gevonden op verzoek van A. De rechtbank acht deze correspondentie onvoldoende betrouwbaar. De aanslag voor het jaar 2011 wordt vernietigd omdat deze in strijd met het correctiebeleid van de Belastingdienst is opgelegd. De overige aanslagen blijven in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 1

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Editie: 1 november

Informatiesoort: VN Vandaag

305

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen