
De Hoge Raad oordeelt dat ook een latere nieuwe dienstbetrekking kan dienen als start voor de premiekortingsperiode. Uit de wettekst valt niet af te leiden dat geen recht bestaat op premiekorting als een werkgever een tweede kwalificerende dienstbetrekking aangaat met een werknemer.
X BV exploiteert een uitzend- en detacheringsbureau. Bij naheffingsaanslagen loonheffingen over de tijdvakken 2014-2017 is een deel van de door X BV in aanmerking genomen premiekorting oudere werknemer en premiekorting voor arbeidsgehandicapte werknemers gecorrigeerd. In hoger beroep is in geschil wat het aanvangsmoment voor de premiekortingsperiode is. Volgens X vangt de premiekortingsperiode aan bij de aanvang van de latere nieuwe (tweede) dienstbetrekking, volgens de inspecteur is hiervoor echter de eerste dienstbetrekking relevant. Hof Amsterdam oordeelt dat de artt. 47 en 49 Wfsv op zichzelf geen beperkingen stellen aan het aantal keer dat voor dezelfde werknemer premiekorting kan worden toegepast. Daarbij overweegt het hof ook nog dat X BV tijdens de eerste kwalificerende dienstbetrekking geen premiekorting heeft toegepast. De stelling van de inspecteur dat voor een werknemer slechts één premiekortingsperiode gaat lopen en wel bij de aanvang van de eerste kwalificerende dienstbetrekking is onjuist. Ook een latere nieuwe dienstbetrekking kan dienen als start voor de premiekortingsperiode. De staatssecretaris gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat ook een latere nieuwe dienstbetrekking kan dienen als start voor de premiekortingsperiode. Uit de wettekst valt niet af te leiden dat geen recht bestaat op premiekorting als een werkgever een tweede kwalificerende dienstbetrekking aangaat met een werknemer. Ook verwerpt de Hoge Raad de stelling van de staatssecretaris dat geen premiekorting kan worden toegepast als een werkgever geen premiekorting heeft toegepast bij een eerdere kwalificerende dienstbetrekking. Ook dit volgt niet uit de van toepassing zijnde bepalingen. Over de bewijslast oordeelt de Hoge Raad tenslotte nog dat deze ook correct is verdeeld: de bewijslast dat X BV eerder de premiekorting heeft toegepast voor een werknemer bij een eerdere kwalificerende dienstbetrekking rust op de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet financiering sociale verzekeringen 49
Wet financiering sociale verzekeringen 47
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Sociale zekerheid ziektekosten
Editie: 16 juni
Informatiesoort: VN Vandaag