X voldoet de loonheffingen, over de tijdvakken februari 2014 en maart 2014, één respectievelijk twee dagen na de uiterste betaaldata. Gevolg zijn de in geschil zijnde verzuimboetes vanwege het niet tijdig voldoen van loonheffing op aangifte. X beroept zich op afwezigheid van alle schuld (avas). Zij stelt dat het verzuim is te wijten aan de INGbank. Deze bank heeft volgens X zonder vooraankondiging de volgorde van verwerking van overboekingen gewijzigd. Het beroep van X wordt ongegrond verklaard. X komt in hoger beroep.
Hof Amsterdam beslist in navolging van de rechtbank dat geen sprake is van avas maar motiveert dit anders. Of een inhoudingsplichtige in dit soort situaties (van te late betaling) met vrucht een beroep kan doen op avas hangt ervan af of "hij alle in de gegeven omstandigheden van hem in redelijkheid te vergen zorg heeft betracht om te bewerkstelligen dat het verschuldigde bedrag tijdig op de rekening van de belastingdienst zou zijn bijgeschreven" (HR 15 juni 2007, nr. 42 687, V-N 2007/28.9). Echter ook bij toepassing van dit criterium is geen sprake van avas, aldus het hof. Het is immers aan X om te zorgen dat zijn bank de betaling op een correcte wijze en tijdig verwerkt. Daar hoort ook bij dat X ervoor zorgdraagt dat er voldoende saldo op haar betaalrekening staat. Hier was dat (telkens) niet het geval. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst § 23