Hof Amsterdam oordeelt dat X niet aan zijn administratieplicht heeft voldaan, zodat terecht een informatiebeschikking is opgelegd.
X drijft een horecaonderneming, die waterpijpen aanbiedt. Tijdens een controle in 2016 treft de Douane ruim 46 kg onveraccijnsde waterpijptabak aan. Vervolgens stelt de inspecteur een onderzoek in naar de administratie over 2012 t/m 2016. Daaruit blijkt dat essentiële gegevens ontbreken, waaronder inkoopfacturen van waterpijptabak, elektronische kassabestanden en bewijs van intracommunautaire inkopen. De inspecteur legt een informatiebeschikking op.
Hof Amsterdam oordeelt dat X niet aan zijn administratieplicht heeft voldaan, zodat terecht een informatiebeschikking is opgelegd. De inspecteur heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat waterpijptabak is ingekocht, terwijl daarvan niets in de administratie is terug te vinden. Ten tweede heeft X de onderbouwde stelling van de inspecteur, dat zij elektronische kassabestanden over de periode van 2012 tot en met 2016 niet heeft bewaard tot het einde van de bewaartermijn van zeven jaar, en dat niet alle gegevens uit die bestanden aan de inspecteur zijn verstrekt, niet gemotiveerd betwist. Hetzelfde geldt voor het bewijs van intracommunautaire inkopen. De tekortkomingen in de administratie rechtvaardigen omkering van de bewijslast. De grief van X over schending van de cautieplicht slaagt niet; de informatiebeschikking is immers geen bestraffende sanctie. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Instantie: Hof Amsterdam
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Informatiesoort: VN Vandaag
Editie: 16 juni