Belanghebbende, de heer X, is administrateur/belastingadviseur met een eigen bv. X stelt dat de bv vanaf 2009 haar belastingschulden niet meer kan voldoen. Deze worden daarom betaald door derden. Vaak is door deze derden meer betaald dan het verschuldigde. X betaalt hen vervolgens in contanten terug door van een tante in Hong Kong geld te lenen. Aziatische cliënten, collega's en vrienden van X (de bevoorschotters) hebben volgens X het probleem dat zij niet bij Holland Casino konden gokken zonder dat hun partners via bankafschriften kunnen zien dat zij 's nachts bij het casino geld opnemen. X weigert pertinent om de namen van de bevoorschotters bekend te maken. In geschil is of de inspecteur terecht informatiebeschikkingen aan X heeft opgelegd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de door X toegepaste voorschotconstructie fiscaal als resultaat uit overige werkzaamheden kwalificeert. X is dus verplicht om van de contante geldstromen een administratie bij te houden. Vanwege het niet kunnen c.q willen overleggen van de namen van de bevoorschotters zijn terecht informatiebeschikkingen aan hem opgelegd. Het maakt niet uit dat de Belastingdienst aan de hand van de betalingen mogelijk al hun identiteit kan afleiden. Voor 2009 is terecht pas in de bezwaarfase een informatiebeschikking genomen, omdat niet aannemelijk is dat de inspecteur in strijd met enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur heeft gehandeld (vergl. HR 2 oktober 2015, nr. 14/06080, V-N 2015/50.6). Aangezien de redelijke termijn is overschreden, is het beroep van X slechts in zoverre gegrond.
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant