De heer X is houder van een auto, waarvan het kenteken eind 2010 is geschorst. Naar aanleiding van de herinneringsbrief van de RDW over het binnenkort aflopen van de schorsing, besluit X de schorsing niet te verlengen en een proefrit te maken. Op 10 november 2011 wordt geconstateerd dat met de auto gebruik is gemaakt van de weg. In geschil is de MRB-naheffingsaanslag, alsmede de 100% verzuimboete van € 1.055. Rechtbank Breda oordeelt dat met een geschorste auto slechts op de dag van de APK-keuring gebruik mag worden gemaakt van de weg. Gesteld noch gebleken is dat dit het geval was. X had dus eerst aangifte moeten doen en de verschuldigde MRB betalen, alvorens de weg op te gaan. X gaat in hoger beroep. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X zelf nader onderzoek had moeten doen naar de exacte einddatum van de schorsing. Het maakt dus niet uit dat in de brief van de RDW geen concrete einddatum wordt genoemd. In de brief wordt verwezen naar het Tenaamstellingsbewijs (deel I B) waar deze datum wordt genoemd. Matiging van de boete is wel op zijn plaats, aangezien X tijdens de schorsing verder niet met de auto heeft gereden. Ook heeft X spijt betuigd. Een boete van € 250 is daarom passend en geboden. Het beroep van X is slechts in zoverre gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 72
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 35
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 25 maart