De heer X werkt als zelfstandige in de glazenwasserijbranche. In het kader van de FIOD-actie ‘Glashelder' stelt de inspecteur dat sprake is van een wanverhouding tussen de door X aangegeven omzetten en de loonkosten. Aangezien X alle zogenaamde waskaarten heeft weggegooid, wordt met omkering en verzwaring van de bewijslast een LB-naheffingsaanslag opgelegd van (uiteindelijk) € 283.414. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat X substantiële loonbetalingen niet in zijn administratie heeft verwerkt. X bewijst niet dat de uitspraak op bezwaar onjuist is. Het maakt niet uit dat de strafrechter X inmiddels heeft vrijgesproken. De aanslag wordt verminderd tot € 147.094, aangezien de naheffing deels op onredelijke schattingen zijn gebaseerd. X gaat in hoger beroep. Hof Den Haag oordeelt dat reeds het enkele feit dat X de waskaarten van de onderhavige jaren niet heeft bewaard tot het oordeel moet leiden dat niet aan de administratie- en bewaarplicht is voldaan. Het is voorts aannemelijk X deze opzettelijk uit de administratie verwijderd. De bewijslast is dus terecht omgekeerd en verzwaard. Deze volgens X "onmogelijke bewijspositie" is het directe gevolg van zijn eigen gedrag. De stelling van X dat hij zelf ook ramen zou hebben gelapt, is in het licht van zijn eigen verklaring en verklaringen van derden volstrekt niet geloofwaardig. De cijfermatige benadering van de rechtbank is zelfs eerder welwillend dan juist. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 9 september