Belanghebbende, X, stelt hoger beroep in tegen de uitspraak van Rechtbank 's-Gravenhage van 17 februari 2010, nr. AWB 09/3438 IB/PVV. De rechtbank heeft het beroep van X ongegrond verklaard. X is niet verschenen op de zitting van de rechtbank. In hoger beroep voert X aan dat de rechtbank hem niet op de juiste wijze heeft uitgenodigd om bij de zitting aanwezig te zijn. Hof 's-Gravenhage oordeelt dat X terecht stelt dat hij niet op de juiste wijze door de rechtbank is uitgenodigd om bij de zitting aanwezig te zijn. Nadat de bij aangetekende post verstuurde uitnodiging retour was gekomen heeft de rechtbank geconstateerd dat X op het bewuste adres stond ingeschreven in het GBA maar heeft zij daarna verzuimd om de uitnodiging nog een keer per gewone post te versturen. Dit is in strijd met art. 8:38 van de Awb. Het hof wijst de zaak terug naar de rechtbank voor een nieuwe behandeling van de zaak waarbij partijen door de griffier van de rechtbank opnieuw en met inachtneming van de in art. 8:38 Awb opgenomen voorschriften dienen te worden uitgenodigd om ter zitting te verschijnen.
Inhoudsopgave van deze editie
Gerelateerde artikelen
Kennisgroepstandpunt: Liechtensteinse AG is vergelijkbaar met Nederlandse NV of BV
De Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen stelt dat een naar het recht van Liechtenstein opgerichte Aktiengesellschaft (AG) naar aard en inrichting vergelijkbaar is met een Nederlandse NV of BV.
Kennisgroep: Curaçaose BV is vergelijkbaar met Nederlandse NV of BV
Een Curaçaose BV is voor de toepassing van de Wet VPB 1969, de Wet IB 2001, de Wet DB 1965 en de Wet BB 2021 vergelijkbaar met een Nederlandse NV of BV. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen.
Uitvoeringsvoorschriften bronbelasting op interest en royalty’s
De Staatssecretaris van Financiën heeft de Uitvoeringsvoorschriften bronbelasting op interest en royalty’s gepubliceerd. Dit besluit bevat de universele Nederlandse uitvoeringsvoorschriften van het interestartikel en het royaltyartikel in belastingverdragen voor de heffing van de bronbelasting op interest en royalty’s op grond van de Wet bronbelasting 2021. Het is een actualisering van het besluit van 7 december 2021, nr. 2021-21220, V-N 2022/3.10.
FASTER-richtlijn aangenomen door de Raad van de EU
Op 10 december 2024 heeft de Raad van de EU de FASTER-richtlijn (V-N 2023/31.10) aangenomen. De volgende stap is dat de tekst in het Publicatieblad van de EU wordt bekendgemaakt. De lidstaten moeten de richtlijn uiterlijk op 31 december 2028 in nationale wetgeving omzetten. De voorschriften zijn vanaf 1 januari 2030 van toepassing.
Maatregelen uit ATAD1 en ATAD2 tegen belastingontwijking blijken effectief
De conditionele bronbelasting, de earningsstrippingmaatregel en de aanpak van CV/BV-structuren door ATAD2 gaan belastingontwijking effectief tegen. Dit staat in de jaarlijks terugkerende Kamerbrief over de monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking.
DNB-analyse: doorstroom naar belastingparadijzen structureel gedaald
Nederland speelt de laatste jaren een kleinere rol bij internationale belastingontwijking, komt naar voren uit een analyse van De Nederlandsche Bank (DNB). De stroom geld die ons land binnenkomt en direct weer verlaat op weg naar belastingparadijzen is sinds 2020 een stuk kleiner dan in de voorgaande jaren, signaleert de centrale bank.
Nederland heeft zich onthouden van stemming voor ontwikkeling van VN-belastingverdrag
Bij de stemming over de Terms of Reference voor een VN-raamwerkverdrag heeft Nederland zich onthouden van stemming. Dat antwoordt staatssecretaris Idsinga van Financiën op Kamervragen van de leden Maatoug en Stultiens (GL-PvdA) over belastingverdragen.
Kennisgroep: overgang onder algemene titel bij juridische fusie geen voordeel voor Wet bronbelasting 2021
De overgang onder algemene titel van het vermogen van de verdwijnende naar de verkrijgende rechtspersoon als gevolg van een fusie is geen opbrengst in de zin van art. 3.4a Wet BB 2021. Dat stelt de Kennisgroep dividendbelasting en bronbelasting.
Gevolgen van de ingrijpende wijzigingen in het fiscale stelsel voor vastgoedfondsen
Het Pakket Belastingplan 2024 bevat drie wetten die het fiscale stelsel voor Nederlandse vastgoedfondsen ingrijpend veranderen. Wat zijn de gevolgen van deze wetswijzigingen? Fiscalist en vastgoedspecialist Jeroen Elink Schuurman van PwC beschrijft ze in het Tijdschrift Fiscaal Ondernemingsrecht.