Dga X leaset een BMW van zijn werkgever, betaalt een hoge ‘eigen bijdrage' voor het privégebruik van de auto en koopt na afloop van de leasetermijn de BMW voor weinig geld. Hof Arnhem oordeelt dat de eigen bijdrage in feite een vooruitbetaling op de aankoopsom betreft en vordert de in aftrek gebrachte eigen bijdrage na.
Belanghebbende, X, is enig aandeelhouder en directeur van zijn bv. De bv heeft aan X een BMW met cataloguswaarde van bijna € 60.000 ter beschikking gesteld. De bv leaset de auto bij leasemaatschappij F. Sommige leasecontracten van F hebben de volgende kenmerken: een korte leaseperiode, een hoge leaseprijs, een lage restwaarde en de berijder kan na afloop van de leaseperiode de auto overnemen voor een bedrag dat (nagenoeg) gelijk is aan de restwaarde van de auto. De bv heeft een dergelijk leasecontract afgesloten. Het contract gaat in op 13 juni 2003, met een looptijd van 36 maanden en een leaseprijs per maand van € 1.862,72. Als X op 8 juni 2006 de BMW voor € 5.259 euro koopt, bedraag de waarde in het economisch verkeer van de BMW ongeveer € 32.000. Na een boekenonderzoek bij de bv stelt de inspecteur dat de eigen bijdrage die X aan de bv betaalt geen vergoeding voor privégebruik van de auto is, maar een vooruitbetaling op de koopsom van de BMW en vordert hij de in de jaren 2003 t/m 2005 door X in aftrek gebrachte eigen bijdrage na.Hof Arnhem bevestigt de uitspraken van de rechtbank en oordeelt dat de navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd. X slaagt er niet in aannemelijk te maken dat de eigen bijdrage in 2003, 2004 en 2005 van achtereenvolgens € 3.619, € 6.681 en € 6.681 een vergoeding is die X voor het gebruik van de auto voor privédoeleinden aan zijn werkgever is verschuldigd.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem

Editie: 21 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen