Hof Arnhem oordeelt dat de huurprijs die tot stand is gekomen tussen een winkeleigenaar en zijn werknemer die de zaak heeft voortgezet niet als basis kan dienen voor de berekening van de WOZ-waarde. De huurprijs is weliswaar zakelijk, aldus het hof, maar is niettemin onbruikbaar voor het bepalen van de WOZ-waarde aangezien de kring van potentiële gegadigden beperkt is gebleven tot één huurder.
X is eigenaar van een winkelpand met een winkelruimte, een opslag/magazijnruimte, een garage/berging en een kelder. X heeft in het pand een groente- en fruitwinkel geëxploiteerd. Vanaf oktober 2007 neemt een werknemer de zaak over en gaat deze het pand van X huren voor een huurprijs die op de WOZ-waardepeildatum 1 januari 2009 € 17.850 bedraagt. In geschil is onder meer of deze huurprijs als basis kan dienen voor de WOZ-waarde 2010.Hof Arnhem oordeelt dat de huurprijs die tot stand is gekomen tussen X en zijn werknemer die de zaak heeft voortgezet niet als basis kan dienen voor de berekening van de WOZ-waarde. De huurprijs is weliswaar zakelijk, aldus het hof, maar is niettemin onbruikbaar voor het bepalen van de WOZ-waarde aangezien de kring van potentiële gegadigden beperkt is gebleven tot één huurder. Het hof verlaagt de WOZ-waarde van het pand van € 330.000 tot € 300.000. Het hof kent een proceskostenvergoeding aan X toe en hanteert daarbij voor deskundigenbijstand een uurtarief van € 65 exclusief btw.
0