Belanghebbende, X bv, wordt in 1991 eigenaar van een voormalige stortplaats. De stortplaats is in september 1980 gesloten en is vervolgens in de eerste helft van de jaren tachtig voorzien van een laag schone grond vermengd met slib. Daarna is de grond gebruikt voor de teelt van maïs en als weidegrond. In de jaren 1999 tot en met 2003 heeft X bv de locatie, in het kader van de sanering daarvan, met behulp van aldaar aangevoerde afvalstoffen voorzien van een bovenafdichting. Hof Arnhem oordeelt dat de locatie moet worden aangemerkt als een 'werk' in de zin van art. 12, lid 1, letter c, van de Wet belastingen op milieugrondslag, zodat de ter zake van het storten van de hiervoor vermelde aangevoerde afvalstoffen geen afvalstoffenbelasting verschuldigd is. Het hof neemt hierbij in aanmerking (i) dat de locatie een 'speciale afzonderlijke locatie' is, (ii) dat X bv alleen 'bepaalde soorten afvalstromen' heeft gebruikt en (iii) dat de in ontvangst genomen afvalstoffen 'nuttig zijn (her)gebruikt' (vgl. HR 30 mei 2001, nr. 34368, BNB 2002/205). Verder oordeelde het hof dat de afgifte van afvalstoffen plaatsvond in het kader van sanering van de locatie en niet in het kader van heropening van de voormalige stortplaats.De Hoge Raad oordeelt dat het feit dat X bv de aangevoerde afvalstoffen heeft gebruikt voor het aanbrengen van een eindafwerkingslaag op de voormalige stortplaats, niet noodzakelijk leidt tot de conclusie dat sprake is van een inrichting. Van een inrichting is namelijk eerst sprake indien de locatie niet kan worden aangemerkt als een werk in de zin van laatstgenoemde bepaling (zie HR 11 februari 2005, nr. 39179, BNB 2005/157). Het oordeel van het hof dat in dit geval sprake is van een werk berust volgens de Hoge Raad niet op een onjuiste rechtsopvatting en kan, als verweven met waarderingen van feitelijke aard, in cassatie verder niet op juistheid worden getoetst. De Hoge Raad verwerpt de opvatting van de staatssecretaris dat sprake is van een inrichting in de zin van art. 12, lid 1, letter c, van de Wet, reeds omdat de aan X bv afgegeven afvalstoffen op de locatie zijn opgeslagen om daar in principe eeuwigdurend te blijven (zie het hiervoor aangehaalde arrest). Het cassatieberoep van de staatssecretaris is ongegrond.
Inhoudsopgave van deze editie
Gerelateerde artikelen
Kabinet stelt nationale CO2-heffing voor industrie buiten werking
Het demissionaire kabinet stelt de nationale CO2-heffing voor de industrie buiten werking. Dat staat in de plannen die op Prinsjesdag bekend worden gemaakt, bevestigen Haagse bronnen na een bericht van De Telegraaf. Een Kamermeerderheid onder aanvoering van het CDA drong al eerder aan op deze stap, waaraan klimaat- en energieminister Hermans (VVD) nu gehoor geeft.
Gasrekening Nederlandse huishoudens honderden euro’s hoger dan in buurlanden
Nederlandse huishoudens betalen fors meer voor hun gas dan in buurlanden. Bij een gemiddeld jaarverbruik komt de gasrekening uit op € 1801. Dat is bijna € 750 meer dan in Duitsland en zo’n € 450 meer dan in België. Dat blijkt uit een analyse van Energievergelijk.nl aan de hand van nieuwe cijfers uit de Europese Household Energy Price Index (HEPI) voor augustus 2025.
Europarlement maakt EU-regels tegen ‘koolstoflekkage’ gemakkelijker
Het wordt eenvoudiger om producten van buiten de EU te importeren die koolstof bevatten of waar koolstof bij aan te pas gekomen is. Zo zullen de meeste incidentele importeurs worden vrijgesteld van de regels van het EU-grenscorrectiemechanisme voor koolstof (CBAM) en worden de procedures makkelijker. De EU blijft zijn klimaatambitie echter behouden.
ANVR: vliegtaks volgend jaar met bijna 3 procent omhoog
De Nederlandse overheid maakt vliegen volgend jaar opnieuw duurder. De vliegbelasting gaat met 2,9 procent omhoog tot 30,25 euro, heeft brancheorganisatie ANVR berekend.
Rode Diesel
Het opnieuw invoeren van een verlaagd accijnstarief voor diesel gebruikt in de agrarische sector (rode diesel) is onverstandig. Dat wordt geconcludeerd in een onderzoek dat in opdracht van het Ministerie van Financiën is uitgevoerd.
Groei zonnepanelen vlakt af door ongunstigere regelingen
De groei van het aantal zonnepanelen in Nederland nam in 2024 af vergeleken met eerdere jaren. Volgens onderzoeker Vinodh Lalta van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kan dat liggen aan de verdwijnende salderingsregeling. Hierdoor mogen zonnepanelenbezitters vanaf 2027 hun te veel opgewekte stroom niet meer wegstrepen tegen hun eigen verbruik. Ook rekenen energieleveranciers steeds vaker terugleverkosten voor dit overschot.
Prijsvergelijker: meer terugleverkosten voor zonnepanelenbezitter
Zonnepanelenbezitters hebben vanaf 2025 te maken met steeds hoger wordende kosten voor het terugleveren van stroom aan het elektriciteitsnet. Vooral huishoudens met een klein aantal panelen merken dit direct in hun energierekening. Dit meldt vergelijkingssite Overstappen.nl na een analyse onder 21 energieleveranciers.
Kenniscentrum: een op drie zonnepaneelbezitters is uit de kosten
Bijna een miljoen Nederlandse huishoudens met zonnepanelen hebben de kosten voor de aanschaf daarvan inmiddels terugverdiend. Dat heeft kenniscentrum Milieu Centraal berekend. Het gaat om ongeveer een derde van alle huishoudens die zelf zonne-energie opwekken. Milieu Centraal wijst erop dat de salderingsregeling, die het terugleveren van stroom aan het net lucratief maakt, daarbij een belangrijke rol heeft gespeeld.