Format Urządzenia i Montaże Przemysłowe Spółka z o. o. is een in Warschau gevestigde onderaannemer in de bouwsector. Format is actief op de markten van de diverse lidstaten. Voor bouwprojecten rekruteert Format in Polen werknemers die in de andere lidstaten worden ingezet. Ten aanzien van één van de werknemers (Kita) weigert ZUS, de bevoegde Poolse pensioeninstelling, om een E 101-formulier met betrekking tot de op Kita toepasselijke wetgeving af te geven. ZUS weigert ook om op een E 101-formulier te verklaren dat Kita gedurende bepaalde perioden aan de Poolse socialezekerheidsregeling onderworpen was. Volgens ZUS was Kita namelijk geen werknemer die op het grondgebied van meerdere lidstaten van de EU of de EER werkzaamheden placht uit te oefenen, maar een werknemer die afhankelijk van de situatie van de werkgever werd gedetacheerd. De Poolse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat Kita niet onder het begrip "degene die op het grondgebied van twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst pleegt uit te oefenen" in de zin van art. 14 lid 2 EG-verordening 1408/71 kan vallen. Het HvJ EU overweegt hierbij dat Kita op basis van de overeenkomsten op permanente basis werkzaamheden gedurende meerdere maanden of meer dan tien maanden op het grondgebied van één lidstaat (Frankrijk) verrichtte. Voorts werkte Kita in het kader van de volgende overeenkomst, die hij opnieuw voor bepaalde duur met Format sloot, enkel op Fins grondgebied. Verder stelt het HvJ EU aan de hand van de stukken vast dat Kita na beëindiging van de werkzaamheden onbetaald verlof kreeg, waarna de betrokken overeenkomst in onderlinge overeenstemming voortijdig werd beëindigd. Het HvJ EU overweegt verder nog wel dat het in art. 13 lid 2 sub a EG-verordening 1408/71 neergelegde beginsel toepassing kan vinden. Verder wijst het HvJ EU er nog op dat, gedurende tijdvakken van onderbreking tussen arbeidsovereenkomsten, het beginsel dat voortvloeit uit art. 13 lid 2 sub f EG-verordening 1408/71 toepassing kan vinden. Het is aan de Poolse rechter om op grond van deze overwegingen in het hoofdgeding te beslissen.

[Brondocument]