Rechtbank Haarlem oordeelt dat de AOW-ers zich terecht beroepen op het Verdrag inzake sociale zekerheid met Australië. De SVB stelt vergeefs dat de kob-tegemoetkoming specifiek een instrument is ter compensatie van de koopkrachtvermindering als gevolg van interne beleidsmaatregelen in de fiscale sfeer.
De heer X1 en mevrouw X2, beiden belanghebbenden, wonen beiden in Australië. Ze zijn ouder dan 65 jaar en krijgen een AOW-uitkering. X2 ontvangt alleen AOW. X1 ontvangt zowel AOW als een Abp-pensioen. De AOW is € 781,50 per maand en is belast in het woonland. Het Abp-pensioen is € 1.767,08 per maand en is belast in Nederland. Tot juni 2011 krijgen X1 en X2 iedere maand een tegemoetkoming van € 33,09 bruto per maand op grond van art. 33b AOW. Deze wordt per genoemde datum vervangen door de "koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen" (kob-tegemoetkoming). X1 en X2 hebben hier volgens de SVB geen recht op, aangezien zij buitenlands belastingplichtig zijn en niet ten minste 90% van het wereldinkomen, na toepassing van regelingen ter voorkoming van dubbele belasting, in Nederland belast is.Rechtbank Haarlem oordeelt dat X1 en X2 zich terecht beroepen op het Verdrag inzake sociale zekerheid met Australië. Volgens dit verdrag moeten personen zich vrij van de ene staat naar de andere kunnen verplaatsen zonder dat dit ten koste gaat van de verworven en in wording zijnde sociale zekerheidsrechten. De SVB stelt vergeefs dat de kob-tegemoetkoming specifiek een instrument is ter compensatie van koopkrachtvermindering als gevolg van interne beleidsmaatregelen in de fiscale sfeer. De beroepen van X1 en X2 zijn gegrond.
3