Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X de vragen van de inspecteur over de herkomst van de gelden waarmee hij zijn uitgaven heeft betaald onvoldoende heeft beantwoord. De informatiebeschikking is terecht.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de nieuwe verhuurbemiddelingsovereenkomst eerder tot stand is gekomen dan op de dag van ondertekening op 15 mei 2017. Op basis van de oude overeenkomst is X belastingplichtig voor de forensenbelasting.

Rechtbank Limburg vermindert de aan X opgelegde aanslag rioolheffing van € 22.649,25 omdat de heffingsambtenaar onvoldoende inzicht heeft in de kostendekkendheid van de rioolheffing van de gemeente Stein.

De Belastingdienst ontvangt vragen over hoe bezwaar kan worden gemaakt tegen een voorlopige aanslag met belastingrente naar aanleiding van een uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland. De dienst geeft hierover duidelijkheid op het Forum Fiscaal Dienstverleners.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de erfgename als rechtsopvolgster van haar moeder gerechtigd is de bezwaar- en beroepsprocedure voort te zetten.

Hof ’s-Hertogenbosch onderschrijft het oordeel van Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de beroepen van X niet-ontvankelijk zijn. X valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3 en heeft niet om een individuele uitspraak op bezwaar gevraagd.

De Europese Commissie geeft een gemeenschappelijk model en formaten voor elektronische verslaglegging voor de openbaarmaking van winstbelasting door grote multinationals (Public CbBR). De uitvoeringsverordening met het model en de formaten treedt op 22 december 2024 in werking.

Staatssecretaris Van Oostenbruggen heeft de nota naar aanleiding van het tweede verslag bij het Belastingplan 2025 naar de Eerste Kamer gestuurd. Hierin worden de nadere vragen beantwoord na ontvangst van de nota naar aanleiding van het verslag.

Hof Amsterdam oordeelt dat het door X cv ingediende ingebrekestellingsformulier niet voldoende duidelijk een ingebrekestelling betreft wegens het niet-tijdig doen van een uitspraak op bezwaar over de kostenbeschikking. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).