De Hoge Raad oordeelt dat de Nederlandse Woonbond de belangen van huurders bundelt, zodat de vraag of de verwerking van de onderhavige persoonsgegevens onrechtmatig is, kan worden voorgelegd aan de civiele rechter.
De Nederlandse Woonbond is een belangenorganisatie van huurders. In geschil is of de Staat c.q. de inspecteur van de Belastingdienst inkomensverklaringen ten aanzien van huurders mag verstrekken aan verhuurders en of de verhuurders – zoals de eveneens gedaagde Woningstichting Lieven de Key – deze verklaringen mogen gebruiken om inkomensafhankelijke huurverhogingen voor te stellen. Volgens Hof Den Haag is de gegevensverstrekking vóór 1 april 2016 – de inwerkingtredingsdatum van de reparatiewetgeving – in strijd met de geheimhoudingsplicht van art. 67 AWR en daarmee onrechtmatig jegens de huurders. Er wordt civiel voor recht verklaard dat de Staat vanaf 1 maart 2013 tot 1 april 2016 onrechtmatig heeft gehandeld. De Staat gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de Woonbond de belangen van huurders bundelt, zodat de vraag of de verwerking van de onderhavige persoonsgegevens onrechtmatig is, kan worden voorgelegd aan de civiele rechter. Tegen het verstrekken van de inkomensverklaringen als feitelijke handelingen staat namelijk geen bestuursrechtelijke procedure open. De verplichting tot het verstrekken van informatie was destijds niet uitdrukkelijk en duidelijk in een wettelijk voorschrift neergelegd. Ook voor het overige is het beroep van de Staat ongegrond en dit geldt eveneens voor het incidentele beroep van de Woonbond (zie art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Burgerlijk Wetboek Boek 7 252a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Huurrecht
Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Carrousel: Carrousel