Op 28 maart 2011 worden om 11.35 uur en om 11.37 uur aanslagen aan X betekend. Op dezelfde dag om 11.40 uur betekent de deurwaarder aan X een dwangbevel met daarop de kosten van betekening (ter grootte van € 10.246). Tot slot wordt op dezelfde dag, om 16.00 uur, een proces-verbaal van beslag van roerende zaken betekend. Op laatstgenoemd exploot is handmatig de volgende tekst geschreven: ‘Dit beslag strekt mede tot verhaal van de vervolgings- en betekeningskosten. U bent de betekeningskosten niet verschuldigd als u binnen 2 dagen betaald.'
Rechtbank Breda overweegt dat X op het moment van in rekening brengen van de vervolgingskosten onvoldoende in de gelegenheid is gesteld om van haar belastingschulden kennis te nemen en deze te voldoen en zo de vervolgingskosten ongedaan kon laten maken (vlg. HR 5 december 2003, nr. 39241, V-N 2003/61.23). Daaraan doet niet af dat op het om 16.00 uur betekende exploot is vermeld dat geen betekeningskosten verschuldigd zijn indien de belastingschuld alsnog binnen 2 dagen wordt betaald. De rechtbank besluit de vervolgingskosten op grond van het voorgaande te verminderen tot nihil. De rechtbank ziet geen reden voor vergoeding van de werkelijke proceskosten van X.