X is vennoot in Y VOF met een winstaandeel van 50%. In 2017 verkoopt een vereffenaar de onderneming via een veiling, waarna de opbrengst grotendeels wordt gebruikt voor beslag door de Belastingdienst vanwege openstaande belastingschulden. In 2020 sluiten X en de inspecteur een vaststellingsovereenkomst over eerdere jaren. X dient in 2019 een nihilaangifte IB/PVV in, waarbij hij aangeeft geen inkomsten te hebben ontvangen en geen toegang te hebben tot de administratie, die bij de vereffenaar berust. De inspecteur kondigt correcties aan en legt aanslagen IB/PVV en Zvw op, gebaseerd op concrete gegevens zoals de verkoopopbrengst, de aangiften omzetbelasting en informatie uit civiele procedures. De inspecteur legt tevens een vergrijpboete op wegens opzettelijk onjuiste aangifte. X stelt dat hij door het ontbreken van de administratie van Y VOF en het beslag geen juiste aangifte kon doen en dat hij van plan was deze later te corrigeren. In geschil is of X voorwaardelijk opzet heeft bij het doen van een nihilaangifte en of de door de rechtbank al tot € 4750 verminderde boete passend is.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X bewust de kans aanvaardt op een onjuiste aangifte IB/PVV 2017 door een nihilaangifte te doen. Het hof vermindert de vergrijpboete vanwege financiële omstandigheden en termijnoverschrijding. X heeft ondanks dat hij bekend is met de verkoop van de onderneming, de opbrengst en zijn aanspraken een nihilaangifte ingediend. Daarmee aanvaardt X bewust de aanmerkelijke kans op een onjuiste aangifte, wat voorwaardelijk opzet oplevert. De verklaring dat beslag is gelegd en dat de administratie ontbreekt, vormt geen contra-indicatie. Wegens financiële problemen van X leidt de door de rechtbank bepaalde boete tot onaanvaardbare financiële problemen. Het hof vermindert de boete vanwege X' financiële problemen en vanwege lichte overschrijding van de redelijke termijn tot € 950. Het hoger beroep van X is met betrekking tot de boetebeschikking gegrond.
Wetingang:
Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 27E
Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 27H
Algemene wet inzake rijksbelastingen artikel 67D
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden artikel 6
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 4 november
Informatiesoort: VN Vandaag