Kennisgroep belastingplicht & kwalificatie rechtsvormen vindt dat een Oostenrijkse Kommanditgesellschaft vergelijkbaar is met een Nederlandse CV.

De Kennisgroep dividendbelasting & bronbelasting stelt dat een gedeeltelijke verrekening in de woonstaat van de aandeelhouder niet aan een teruggaaf dividendbelasting ex art. 10a Wet DB 1965 in de weg staat.

Enkele standpunten van de Kennisgroep Toeslagen zijn door de Dienst/Toeslagen gepubliceerd.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X kennelijk door zijn neef voor ‘een karretje is gespannen' en niet feitelijk de onderneming drijft. De door X aangegeven winst wordt aangemerkt als loon en mag in de heffing worden betrokken omdat hij inwoner van Nederland is en zijn dienstbetrekking hier heeft uitgeoefend.

Gerechtshof Amsterdam oordeelt dat het in beroep betaalde griffierecht niet vergoed hoeft te worden. Het verzoek tot vergoeding van immateriële schade is gedaan gedurende het beroep en op het verzoek is titel 8.4 van de Awb van toepassing.

Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur bij de primitieve aanslagregeling geen ambtelijk verzuim begaat. De relatie tussen de papieren aangifte van X en het onderzoek bij de gemachtigde was tijdens de aanslagregeling nog niet bekend. De inspecteur kon de aanslag baseren op de gegevens uit de aangifte.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen wettelijke verplichting had om gegevens te verstrekken aan de inspecteur. Hij was namelijk niet uitgenodigd om aangifte te doen.

Mr. W.A.P. (Wendy) van Roij begint op 1 november 2024 in de belastingkamer van de Hoge Raad. Zij is op dit moment werkzaam als raadsheer in Hof ’s-Hertogenbosch, team belastingrecht. Eerder was zij onder meer rechter in Rechtbank Zeeland-West-Brabant, medewerker van de Belastingdienst en universitair docent.

Hof Amsterdam oordeelt dat geen sprake is van een inbreuk op het fiscale neutraliteitsbeginsel in verband met de toepassing van het algemene BTW-tarief op de zelfzorgproducten van X NV. De producten van X NV zijn namelijk aan minder strenge kwaliteits- en controlewaarborgen onderworpen dan geneesmiddelen waarvoor een handelsvergunning is verleend.

De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat niet wordt voldaan aan de voorwaarde dat de hoofdsom van de lening opeisbaar is. Er is geen sprake van onevenredige gevolgen en gelijkheidsbezwaren, die de wetgever niet heeft voorzien.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat, alhoewel sprake is van de levering van bouwterreinen ten aanzien van drie percelen, de naheffingsaanslag uiteindelijk slechts in stand blijft voor één perceel. Ten aanzien van de andere twee percelen honoreert het hof namelijk het beroep van X bv op het Vastgoedbesluit.

Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar een dwangsom van € 1.442 heeft verbeurd wegens het niet-tijdig doen van uitspraak op bezwaar in een zaak over parkeerbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag niet berust op een redelijke schatting. De onderbouwing dat de schatting is gebaseerd op het inkomen dat iemand in zijn algemeenheid per jaar nodig heeft om van te kunnen leven, is niet voldoende.

De informateurs Dijkgraaf en Van Zwol hebben met de fractievoorzitters van PVV, VVD, NSC en BBB de besprekingen over het hoofdlijnenakkoord afgerond. Met het hoofdlijnenakkoord zijn afspraken gemaakt over de financiën van de rijksbegroting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag rioolheffing terecht is opgelegd omdat de caravan een (indirecte) aansluiting heeft op de gemeentelijke riolering.