De Hoge Raad heeft over de huidige box 3-wetgeving geoordeeld dat deze in bepaalde gevallen een inbreuk vormt op het discriminatieverbod en de bescherming van het eigendomsrecht. Door de Wet tegenbewijsregeling box 3 wordt deze inbreuk weggenomen en wordt voor het verleden rechtsherstel geboden. Deze wet is een tijdelijke oplossing tot de verwachte Wet werkelijk rendement box 3 (36748) in werking treedt.
De Hoge Raad oordeelde dat de verdragsschendingen met de ingevoerde maatregelen uit de Wet rechtsherstel box 3 (voor de jaren 2017–2022) en de Overbruggingswet box 3 (voor de jaren 2023 en verder) nog niet voldoende toereikend zijn. Belastingplichtigen met een lager werkelijk rendement dan het forfaitaire rendement krijgen nu de gelegenheid om dit aan te tonen door middel van het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR). Als dit aannemelijk gemaakt kan worden, dan wordt op basis van deze wet alleen belasting geheven over het werkelijke rendement. De door de HR opgestelde regels op hoofdlijnen dienden als uitgangspunt en worden in deze wet verder uitgewerkt.
In Vakstudie Nieuws besteedden wij aandacht aan het wetsvoorstel (36706) in V-N 2025/17.2, V-N 2025/17.3, V-N 2025/28.4 tot en met V-N 2025/28.7 en V-N 2025/32.6.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.32a
Wet inkomstenbelasting 2001 5.31b
Wet inkomstenbelasting 2001 5.31a
Wet inkomstenbelasting 2001 5.26
Wet inkomstenbelasting 2001 5.10
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscale wetsvoorstellen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 21 juli
Informatiesoort: VN Vandaag