X is strafrechtelijk veroordeeld voor o.m het opzettelijk telen van hennepplanten en witwassen. De aanslagen IB 2005 t/m 2008 die naar aanleiding daarvan worden opgelegd houden stand, daargelaten dat over het jaar 2008 partijen ter zitting tot een compromis komen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Mogelijke overschrijding van redelijke termijn is voldoende procesbelang

Hof Den Haag oordeelt dat de werkelijke leiding van X bv in Nederland wordt uitgeoefend en dat Nederland dan ook de woonstaat is voor de verdragstoepassing. De werkelijke besluitvorming geschiedt namelijk door G, die werkt op het hoofdkantoor van E bv in Nederland als chief financial officer, in overleg met D.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de erfgename als rechtsopvolgster van haar moeder gerechtigd is de bezwaar- en beroepsprocedure voort te zetten.

Hof ’s-Hertogenbosch onderschrijft het oordeel van Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de beroepen van X niet-ontvankelijk zijn. X valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3 en heeft niet om een individuele uitspraak op bezwaar gevraagd.

Hof Amsterdam oordeelt dat het door X cv ingediende ingebrekestellingsformulier niet voldoende duidelijk een ingebrekestelling betreft wegens het niet-tijdig doen van een uitspraak op bezwaar over de kostenbeschikking. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Op korte termijn neemt het kabinet maatregelen om hoge terugvorderingen van toeslagen te voorkomen. Dit staat in een brief van staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën aan de Tweede Kamer waarin vier maatregelen worden gemeld, waarvan er drie lopen.