Belanghebbende, X, is het niet eens met de WOZ-waarde 2008 van haar woning. X stelt dat haar woning niet vergelijkbaar is met de door de heffingsambtenaar gehanteerde vergelijkingspanden, nu haar woning dicht(er) bij een UMTS-mast ligt en - in tegenstelling tot de vergelijkingspanden - nadeel ondervindt van het in 2007 gewijzigde bestemmingsplan.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de beperkende wijziging van het bestemmingsplan een specifiek voor de woning geldende, bijzondere omstandigheid is als bedoeld in art. 18 lid 3 onderdeel c Wet WOZ. Dit betekent dat met deze wijziging die op 4 december 2007 zijn beslag heeft gekregen rekening moet worden gehouden bij het bepalen van de WOZ-waarde 2008 (peildatum 1 januari 2007). De gemeente maakt haar stelling dat de wijziging van het bestemmingsplan geen waardedrukking geeft niet aannemelijk. Het hof oordeelt verder dat het op grond van de door X ingebrachte stukken (van recente datum) aannemelijk is dat de gebreken aan het zwembad ook op de peildatum reeds aanwezig waren en kent daar - bij gebrek aan tegenbewijs - een waardedrukkend effect aan toe. Het gebrek aan bewijs geldt eveneens voor de stelling van de heffingsambtenaar dat de ligging nabij een UMTS-mast niet waardedrukkend is. De heffingsambtenaar heeft deze stelling niet onderbouwd, ondanks zijn eerdere toezegging dat hij een op dit punt toegespitst rapport zou overleggen. Het Hof stelt voorop dat het mogelijk is dat van de aanwezigheid van een UMTS-mast in de nabije omgeving van een woning een waardedrukkend effect uitgaat. Of dat zo is, hangt af van het antwoord op de vraag of potentiële kopers door de ligging afzien van koop dan wel een lagere prijs betalen. Nu de vergelijkingspanden verder van zo'n UMTS-mast zijn gelegen en op dit onderdeel niet vergelijkbaar zijn met de woning, acht het hof ook voor dit onderdeel een waardevermindering op zijn plaats. Het Hof verklaart het hoger beroep gegrond en verlaagt de waarde met € 30.000.

[Bron Uitspraak]