X is eigenaar van een hotel in de gemeente Roermond met als bouwjaar 2011. De heffingsambtenaar berekent de WOZ-waarde 2013 van het hotel volgens de gecorrigeerde vervangingswaardemethode. X acht deze toegepaste waarderingsmethode juist, maar acht de vastgestelde waarde te hoog. Het hotel was namelijk verliesgevend en de grondwaarde die de gemeente, blijkens de WOZ-waarde en stichtingskosten van het hotel, heeft gehanteerd is volgens X veel te hoog.
Rechtbank Limburg acht de door de gemeente toegekende WOZ-waarde aan het recent opgeleverde hotel van X niet te hoog. De gecorrigeerde vervangingswaarde, zo overweegt de rechtbank, is de waarde in economische zin die de zaak voor de eigenaar zelf heeft. Vaststaat dat X in 2008 het onderhavige perceel met de toen aanwezige opstallen heeft gekocht en pas op enig moment daarna doch vóór de hier toepasselijke waardepeildatum 1 januari 2012, heeft besloten op dit perceel, na sloop van de bestaande opstallen, het hotel te bouwen. Blijkbaar had de zaak op dat moment voor X minimaal de waarde van de som van de stichtingskosten en de eerder genoemde koopsom. De waarde van deze som is hoger dan de vastgestelde waarde. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Limburg
Editie: 25 juni