Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat omkering en verzwaring van de bewijslast wegens schending van de informatie- en administratieplicht niet aan de orde is, aangezien de inspecteur in de beroepsfase heeft nagelaten informatiebeschikkingen te nemen.

Belanghebbende, X bv, geeft adviezen aan een Poolse firma over de (meest) geschikte verkoop van haar tuinbouwproducten. Deze firma is formeel gevestigd op Cyprus en koopt de producten zelf 'oogst op stam' van Nederlandse tuinders. In geschil is de VPB-aanslag over 2005 en in het bijzonder de hoogte van de kostenaftrek. Rechtbank Leeuwarden oordeelt dat X bv de afgetrokken advocaatkosten - ondanks het gestelde vertrouwelijke karakter - toch moet onderbouwen. Het verschoningsrecht geldt namelijk niet voor haar. Voor het overige maakt X1 bv de door haar geclaimde aftrekposten ook niet aannemelijk. De informatie die de inspecteur in de beroepsfase heeft opgevraagd bij de Cypriotische Belastingdienst behoort niet tot de stukken die de inspecteur in dit geding moet overleggen. X bv maakt wel terecht aanspraak op de bezwaarkosten. Het maakt niet uit dat dit verzoek pas in beroep is gedaan. De inspecteur heeft namelijk nog steeds geen uitspraak op bezwaar gedaan. De aanslag wordt verlaagd conform het uiteindelijke standpunt van de inspecteur. X bv gaat in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat omkering en verzwaring van de bewijslast wegens schending van de informatie- en administratieplicht niet aan de orde is, aangezien de inspecteur in de beroepsfase (conform art. 27a AWR) heeft nagelaten informatiebeschikkingen te nemen. Met betrekking tot de winstcorrectie bedrijfskosten maakt de inspecteur niet aannemelijk dat de uitgaven zijn gedaan ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van de aandeelhouder. Het beroep van X bv is in zoverre gegrond. X bv beroept zich vergeefs op het verdedigingsbeginsel (zie HvJ EU 18 december 2008, nr. C-349/07, Sopropé, V-N 2011/13.9) De onderhavige aanslag valt namelijk buiten de werkingssfeer van het EU-recht. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X bv een immateriële schadevergoeding van € 500.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 23 januari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen