De Nederlandse dividendbelasting is niet discriminerend voor buitenlandse beleggers. Tot deze bevinding is advocaat-generaal Peter Wattel van de Hoge Raad gekomen in een conclusie.
Wattel doet dat in een zaak die door buitenlandse beleggers is aangespannen tegen de Staat. Veel buitenlandse beleggingsfondsen hebben namelijk bezwaar gemaakt tegen de dividendbelasting, omdat die hen anders zou behandelen dan Nederlandse beleggingsfondsen. Inmiddels zijn er 11.000 bezwaren ingediend, liet staatssecretaris van financiën Menno Snel vorige week nog weten, waarvan er 7000 in een rechtszaak zijn beland. In totaal claimen deze fondsen ruim anderhalf miljard euro aan dividendbelasting terug.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft in één van die rechtszaken advies gevraagd aan de Hoge Raad. Advocaat-generaal bij de Hoge Raad Peter Wattel concludeert nu in zijn nog niet gepubliceerde advies dat die claims weinig kans maken. Met de conclusie is opnieuw een argument voor de afschaffing van de dividendbelasting verdwenen voor het kabinet. De juridische houdbaarheid van de dividendbelasting werd genoemd als bijkomend argument naast het verbeteren van het vestigingsklimaat. Wattel baseert zijn conclusie mede op een Europese zaak uit juni over de Deense dividendbelasting. Hierin oordeelde het Europese Hof van Justitie dat Denemarken buitenlandse aandeelhouders wel discrimineerde. Voor Nederland ziet Wattel dat dus anders.
Vrijdag kondigde premier Rutte al aan dat de coalitiepartijen het voornemen om de dividendbelasting af te schaffen gaan heroverwegen. Aanleiding was het uitstel van Unilever om het hoofdkantoor in Rotterdam te vestigen. Rutte wijst er desgevraagd op dat de dreiging van rechtszaken niet de hoofdreden is waarom hij de heffing op de winstuitkering aan aandeelhouders wil afschaffen. Verder wil hij niet op het advies van de advocaat-generaal ingaan, omdat hij zich niet in het vaarwater van de Hoge Raad wil begeven.
Update 8-10-2018, 11.00 uur: Inmiddels is de conclusie integraal gepubliceerd.
Bron: ANP