Premie die bijdraagt aan herstel
De regels om in aanmerking te komen voor een adempauze zijn streng. Pensioenfondsen met een dekkingstekort moeten een premie hanteren die bijdraagt aan herstel. Dat bevestigt staatssecretaris De Krom van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nogmaals in een brief aan de Tweede Kamer over het septemberpakket pensioenen. Dit pakket werd door hem begin deze week ingediend. De premiedekkingsgraad van een pensioenfonds moet ten minste 105% zijn. 'Bijdrage aan herstel' betekent dat pensioenfondsen een premie ontvangen die minimaal gelijk is aan de kosten voor de inkoop op basis van de actuele RTS (rentetermijnstructuur) inclusief een opslag voor kosten en voor het minimaal vereist eigen vermogen.
De eis dat de premie moet bijdragen aan herstel voorkomt dat de financiële positie van een pensioenfonds verder wegzakt doordat er te weinig premie binnenkomt om de nieuwe pensioenopbouw te financieren.
De voorwaarden voor een adempauze
Een adempauze houdt in dat de premiestijging achterwege mag blijven onder de voorwaarde dat het fonds één jaar de tijd krijgt om de financiële opzet aan te passen zodat onder andere blijvend aan de minimale eis van de premiedekkingsgraad kan worden voldaan indien het fonds een dekkingstekort heeft. Als onderdeel van het septemberpakket is besloten pensioenfondsen die nog niet eerder gebruik hebben gemaakt van een adempauze en geen korting hoeven door te voeren in 2013, deze mogelijkheid nog éénmaal aan te bieden. Daarbij gelden dezelfde voorwaarden als die gelden bij het aanvragen van de adempauze in 2011 en 2012. De Nederlandsche Bank (DNB) geeft op haar website de volgende voorwaarden aan:
- Gedurende het jaar waarvoor de adempauze geldt, werkt het fonds aan een structurele oplossing voor een deugdelijke financiële opzet. DNB zal er op toezien dat fondsen die gebruik maken van deze mogelijkheid vóór het moment van premiestelling in 2014 een sluitende financiële opzet hebben.
- Met een deugdelijke financiële opzet wordt bedoeld dat toezeggingen en gewekte verwachtingen enerzijds en de financiering anderzijds consistent zijn. Het beleid dient robuust en sluitend te zijn. Het bestuur van het pensioenfonds dient er dus op toe te zien dat het premiebeleid vanaf de premiestelling 2014 ook bij tegenvallende omstandigheden voldoet en er in geval van een dekkingstekort een premie wordt ontvangen die bijdraagt aan herstel.
- Uit de beschrijving van het premiebeleid moeten in elk geval de volgende zaken blijken:
- De wijze waarop het pensioenfonds de feitelijke premie vaststelt.
- De wijze waarop het pensioenfonds de kostendekkende premie vaststelt.
- Het moment waarop het pensioenfonds een premiekorting verleent of een terugstorting doet.
- De wijze waarop het pensioenfonds er bij gebruik van verwacht rendement voor zorgt dat deze gedempte premie op langere termijn niet afwijkt van de gemiddelde realisatie.
- De wijze waarop het pensioenfonds ervoor zorgt dat ook onder ongunstige omstandigheden tijdens een dekkingstekort de premie bijdraagt aan het herstel.
Maatwerk als uitkomst?
Ruim 70 pensioenfondsen hebben in 2011 en 2012 gebruik gemaakt van de adempauze en kunnen dat nu niet opnieuw. DNB kan met 'maatwerk' aan bepaalde fondsen alsnog de adempauze (gedeeltelijk) toekennen. Daarmee wil DNB tegemoet komen aan pensioenfondsen die zich maximaal hebben ingespannen om de financiële opzet sluitend te krijgen en ook geen structureel probleem hebben in deze financiële opzet.
Daarbij gelden er volgens DNB in elk geval de volgende criteria:
- Het fonds dient vóór het moment van vaststelling van de premie voor 2013 een schriftelijk en gemotiveerd verzoek tot het verlenen van maatwerk in bij DNB, waarna dit verzoek aan de hand van de fondsspecifieke situatie zal worden beoordeeld.
- Het fonds kan slechts in aanmerking komen voor maatwerk als het alle maatregelen uit het septemberpakket heeft doorgevoerd. Dit betekent dat de volgende maatregelen tenminste moeten zijn ingezet:
- versobering van de pensioenregeling door verhoging van de pensioenrichtleeftijd naar 67,
- het ten laste van aanspraak- en pensioengerechtigden brengen van toekomstige stijgingen van de levensverwachting, en
- aanpassing van het indexatiebeleid door het verhogen van de ondergrens voor indexatie (zie Q&A 10).
DNB laat verder weten dat een fonds geen maatwerk krijgt als sprake is van een structureel probleem in de financiële opzet. Een indicatie daarvoor is een premiedekkingsgraad die, ook na doorvoering van de maatregelen uit het septemberpakket, lager is dan 100%.
Korting soms onvermijdelijk
De verwachting is dat zo'n 81 pensioenfondsen volgend jaar, ondanks alle maatregelen uit het septemberpakket pensioenen, toch zullen moeten gaan korten. Welke pensioenfondsen dit zijn, wil Staatssecretaris De Krom niet zeggen. 'Gelet op de wettelijke geheimhoudingsplicht (artikel 204 Pensioenwet) kan en mag ik deze vraag niet beantwoorden. De fondsen die uiteindelijk moeten korten, moeten hun deelnemers uiterlijk op 1 maart 2013 daarover informeren. Overigens is het aantal van 81 fondsen gebaseerd op de situatie per eind juni; dit kan nog veranderen', aldus De Krom.
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Pensioenen