De kwaliteit van wettelijke controles door de vier grootste accountantsorganisaties is de afgelopen jaren onvoldoende verbeterd. Het aantal wettelijke controles dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) als onvoldoende heeft aangemerkt, is te hoog. De accountancysector moet zo snel mogelijk concrete maatregelen doorvoeren om de kwaliteit van de wettelijke controle te waarborgen en het publiek belang meer centraal te stellen.
De sector lijkt inmiddels ook zelf doordrongen van de urgentie de kwaliteit te verhogen, zodat onder anderen beleggers, pensioendeelnemers, consumenten en anderen kunnen vertrouwen op het oordeel van accountants.
Dit stelt de AFM naar aanleiding van onderzoek naar de kwaliteit van wettelijke controles en de kwaliteitsbeheersing en -bewaking door de vier grootste accountantsorganisaties, de zogenoemde Big 4 (Deloitte, EY, KPMG en PwC).
Urgentie
"Het wezenlijke product van een accountant is het leveren van een controle van goede kwaliteit. Na ons eerste onderzoek uit 2010 hebben de accountantsorganisaties plannen geformuleerd om die kwaliteit te verhogen, maar we zien de effecten daarvan helaas onvoldoende terug in de jongste resultaten. Dat is een sombere constatering. Nu onderschrijft de sector wel de urgentie om echte, meer fundamentele stappen te nemen om de kwaliteit van de controles te verhogen. Daar hebben we als AFM waardering voor.
De Big 4 hebben verdergaande maatregelen aangekondigd naar aanleiding van ons onderzoek. De beroepsorganisatie NBA stelt bovendien in haar rapport ‘In het publiek belang' verbeteringen binnen de gehele accountancysector voor. De AFM hoopt dat nu de basis is gelegd voor de noodzakelijke versterking van deze belangrijke sector en de cultuurverandering die daarvoor nodig is", aldus Gerben Everts, bestuurder bij de AFM.
Wel moet nog blijken of deze maatregelen effectief zullen zijn. "Het is cruciaal dat alle accountantsorganisaties in de sector voortvarend en doortastend te werk gaan. Het gevoel van urgentie mag niet verloren gaan", aldus Everts.
Onderzoek wettelijke controles
De AFM heeft bij elk van de vier accountantsorganisaties tien wettelijke controles uit de periode 2012/2013 beoordeeld. Het aantal ‘onvoldoende' wettelijke controles bedraagt vier bij Deloitte, drie bij EY, zeven bij KPMG en vier bij PwC. In totaal heeft de AFM de kwaliteit van achttien van de veertig (45 procent) beoordeelde wettelijke controles als ‘onvoldoende' aangemerkt.
In deze wettelijke controles hebben de externe accountants naar het oordeel van de AFM geen voldoende en geen geschikte controle-informatie verkregen ter onderbouwing van de afgegeven controleverklaring. De controles zijn daarom onder de maat. Hoewel de uitkomsten niet noodzakelijkerwijs representatief zijn voor de kwaliteit van alle uitgevoerde wettelijke controles, geven de uitkomsten wel een duidelijke indicatie of de kwaliteit van de wettelijke controles voldoende wordt gewaarborgd door de accountantsorganisaties.
Het is het tweede reguliere onderzoek naar de wettelijke controles door de Big 4. In het eerste reguliere onderzoek, gepubliceerd in 2010, heeft de AFM in de definitieve onderzoeksrapporten geconcludeerd dat de externe accountants gemiddeld in 52 procent van de beoordeelde wettelijke controles geen voldoende en geen geschikte controle-informatie hebben verkregen.
De meest voorkomende tekortkomingen hebben betrekking op de systeemgerichte werkzaamheden, de gegevensgerichte werkzaamheden en de kritische evaluatie door de externe accountant van verkregen controle-informatie. Het betreft in de meeste gevallen een combinatie van verschillende tekortkomingen.
Externe accountants hebben bijvoorbeeld onvoldoende werkzaamheden verricht om vast te stellen dat de interne beheersingsmaatregelen van de controlecliënt effectief werken en zij hebben voor materiële onderdelen geen of onvoldoende detailcontroles, gegevensgerichte cijferanalyses of verbandscontroles uitgevoerd.
Ook hebben externe accountants in voorkomende gevallen onvoldoende kritisch de controle-informatie beoordeeld die zij direct van het management van de controlecliënt hebben verkregen, of van ingeschakelde deskundigen.
Aanbevelingen
De kwaliteit van de wettelijke controle is vooral afhankelijk van een goede beroepsuitoefening door de accountant. Hij moet zich professioneel-kritisch opstellen en handelen in het publiek belang. Wettelijke controles worden echter uitgevoerd in een systeem waarin prikkels aanwezig zijn om andere belangen (zoals commerciële of het eigenbelang) centraal te stellen, boven het publiek belang. Er zijn maatregelen nodig om deze prikkels weg te nemen.
Een consequent goede kwaliteit van de controle is wat men mag verwachten van het accountantsberoep op grond van de haar toevertrouwde wettelijke controleplicht. Om daaraan tegemoet te komen, zal een meer diepgaande analyse nodig zijn van alle oorzaken (‘root causes') die een goede kwaliteit in de weg staan.
De AFM roept de Big 4-accountantsorganisaties daarom op om voortvarend en doortastend de aangekondigde maatregelen door te voeren, inclusief maatregelen die voortkomen uit de sectorbrede NBA-voorstellen.
De AFM vindt het belangrijk dat de Big 4 daarbij in het bijzonder aandacht en prioriteit geven aan de volgende onderwerpen:
- Versterken van de governance. Daarbij wordt gedacht aan de samenstelling van het bestuur (aangevuld met leden afkomstig van buiten de eigen organisatie) en een intern toezichtorgaan, de raad van commissarissen, voornamelijk bestaande uit externen.
- Creëren van een kwaliteitsgerichte cultuur, gericht op het centraal stellen van het publiek belang met ruimte voor kritische geluiden.
- Waarborgen van het wettelijk kwaliteitsniveau. Het wettelijk vereiste kwaliteitsniveau moet bij iedereen binnen een accountantsorganisatie bekend zijn en iedereen moet hiernaar handelen. Accountants hebben de verantwoordelijkheid hun kennis hiervan bij te houden; accountantsorganisaties moeten hun accountants daarbij ondersteunen.
- Vergroten van de transparantie over kwaliteit. Meer duidelijkheid over de uitvoering van wettelijke controles draagt bij aan het verbeteren van de kwaliteit. Accountantsorganisaties kunnen transparant zijn over de wijze waarop zij werken, de kwaliteit die zij leveren en vooral over de manier waarop zij de aangekondigde verbetermaatregelen doorvoeren.
Aanvullende wetgeving
De resultaten van het onderzoek zijn voor de AFM aanleiding om te vragen om de huidige wetgeving aan te vullen. De AFM adviseert de wetgever een raad van commissarissen verplicht te stellen voor accountantsorganisaties die organisaties van openbaar belang (OOB) controleren op het hoogste niveau. Ook wil de AFM individuele bestuurders en commissarissen en de collectieve raad van bestuur en raad van commissarissen van accountantsorganisaties op geschiktheid kunnen toetsen.
Om de transparantie over kwaliteit te vergroten, pleit de AFM voor de mogelijkheid zelf rechtstreeks haar bevindingen en conclusies te mogen verstrekken aan bijvoorbeeld raden van commissarissen en auditcommissies. Tot slot wil de toezichthouder de OOB-definitie uitbreiden met maatschappelijk relevante instellingen die als groot kwalificeren, zoals woningcorporaties, gemeenten, pensioenfondsen, onderwijsinstellingen, zorginstellingen en energiebedrijven.
Rol van de AFM
De AFM zal nauwlettend de invoering en effectiviteit van de herstel- en verbetermaatregelen monitoren. Ze blijft daarbij in gesprek met de betrokken accountantsorganisaties en de sector. Als blijkt dat de maatregelen te weinig effect sorteren, kan de AFM formele handhavingsmaatregelen inzetten om voortvarende en doortastende implementatie af te dwingen. Bovendien beraadt de AFM zich op eventuele handhavingsmaatregelen tegen individuele kantoren op basis van de uitkomsten van haar onderzoek.
Bron: AFM
10