Door de overdrachtsbelasting voor starters te verlagen van 2 naar 0 procent en voor beleggers te verhogen van 2 naar 6 procent, hoopt de regering meer ruimte te creëren voor de starter. 'Maar in een overspannen woningmarkt in stedelijke gebieden heeft zo'n maatregel een averechts effect', zo redeneert Master of financial planning André van Luijk in het Reformatorisch Dagblad.
In augustus dit jaar werd bekend dat het kabinet plannen had gemaakt om volgend jaar een vrijstelling van de overdrachtsbelasting voor starters in te voeren bij de aankoop van hun eerste woning. Het voorstel was om een zogenoemde gedifferentieerde overdrachtsbelasting voor de woningmarkt te onderzoeken.
De differentiatie bestaat uit het schrappen van de overdrachtsbelasting voor starters op de koopwoningmarkt en een verhoging van het tarief voor vastgoedbeleggers met meer dan twee woningen. Op Prinsjesdag was de vrijstelling nog geen onderdeel van het belastingpakket. Volgens van Luijk is het voorstel inmiddels aan de Tweede Kamer aangeboden.
In een normale, niet-overspannen woningmarkt zou de vrijstelling volgens de financial planner gunstig zijn voor starters. "Maar juist in stedelijke gebieden waar de woningmarkt op dit moment enorm onder druk staat, zullen starters de extra armslag benutten om extra te bieden op een woning die ze op het oog hebben. Het voordeel van de lagere overdrachtsbelasting komt op die manier bij de verkoper terecht", zo redeneert Van Luijk.
Opnieuw negatief gevolg
Bij verhoging van het tarief voor beleggers is het effect evenmin gunstig. Wanneer een belegger binnen zes maanden een gekocht pand doorverkoopt aan een doorstromer of aan een starter, dan kan hij de overdrachtsbelasting van zes procent maar deels of helemaal niet verrekenen. Van Luijk: "Het gevolg laat zich raden: zo’n belegger zal minder geneigd zijn om aan een starter te verkopen, tenzij die starter hoger biedt dan een doorstromer of een andere belegger. Opnieuw een negatief gevolg voor starter", zo concludeert hij in de krant.
Eerder trokken starters dezelfde conclusie maar op andere gronden dat een vrijstelling van de overdrachtsbelasting niet veel verschil gaat maken.