Verscheidene Amerikaanse multinationals gooiden afgelopen jaar hun bedrijfsstructuur overhoop om te ontkomen aan de minimumbelasting in Nederland en andere Europese landen. Dat zeggen verschillende Nederlandse belastingadviseurs tegen de NOS.

Aan het woord komen Marlies de Ruiter, partner bij belastingadvieskantoor EY, en PwC-partner Jeroen Schmitz. Zij zeggen dat Amerikaanse multinationals die hun bedrijfsstructuur ombouwen ten gunste van de belastingontwijking al snel tientallen tot honderden miljoenen euro's aan extra belasting besparen in Nederland. "Een aantal bedrijven heeft de dochters onder Nederland weggehaald en direct onder de VS gehangen", zegt Schmitz.

Vanaf 1 januari 2024 heeft Nederland de Europese richtlijn voor de minimumbelasting, ook wel Pijler 2 genoemd, ingevoerd. Hiermee loopt Europa, samen met het Verenigd Koninkrijk en Japan, voorop bij de uitvoering van de afspraak die 138 landen twee jaar geleden maakten. Die hield in dat bedrijven met een wereldwijde omzet van meer dan € 750 miljoen ten minste 15 procent winstbelasting moeten betalen. Eind vorig jaar werd al geconstateerd dat Europese multinationals wereldwijd in het nadeel zijn bij de minimumwinstbelasting omdat China en de Verenigde Staten voorlopig niet meedoen aan de belasting.

De Ruiter wijst op uitzonderingsregels voor zusterbedrijven en moederbedrijven die niet dit jaar ingaan, maar pas volgend jaar. "En voor bedrijven met een hoofdkantoor in een land met winstbelasting van 20 procent of hoger zelfs pas in 2026. Dat betekent dus dat er voor Amerikaanse en Chinese bedrijven een uitweg is gecreëerd", zegt ze tegen de NOS.  Haar vrees is dat de Amerikanen en Chinezen op die manier de belasting op langere termijn kunnen blijven ontwijken en het Europese bedrijfsleven daarmee concurrentienadeel ondervindt.

 

Bron: NOS

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Europees belastingrecht

Focus: Focus

2106

Gerelateerde artikelen