De Wet Werk en Zekerheid van Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is met steun van de oppositie in de Tweede Kamer aangenomen. Het wetsvoorstel gaat nu door naar de Eerste Kamer. Volgens Minister Asscher krijgen flexwerkers meer zekerheid, omdat ze sneller en eerder doorstromen naar een vast contract. Hierdoor wordt het ontslagrecht volgens de minister eerlijker. De minister heeft voorgesteld het wetsvoorstel per 1 juli 2015 te laten ingaan.
Ketenbepaling
Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft besloten de wijziging van de zogenoemde ketenbepaling met een jaar uit te stellen. Deze wijziging zorgt ervoor dat werknemers niet na drie jaar, zoals nu, maar al na twee jaar aanspraak kunnen maken op een vast contract. Dit om te voorkomen dat werknemers te lang en tegen hun zin op opeenvolgende tijdelijke contracten voor dezelfde werkgever werken. Ook van deze wijziging wordt nu voorgesteld deze per 1 juli 2015 te laten ingaan.
Ontslagbescherming
In wetsvoorstel Werk en Zekerheid wordt oneigenlijk gebruik van flexibele arbeidsvormen aangepakt. Zo wordt de ontslagbescherming voor werknemers via payrolling groter en wordt het langdurig gebruik van nul-urencontracten beperkt en in de zorg waarschijnlijk helemaal verboden.
Vaste ontslagroute
Er komt een vast voorgeschreven route: ontslag om bedrijfseconomische reden en wegens langdurige arbeidsongeschiktheid gaan via het UWV en ontslag om persoonlijke redenen gaat via de Kantonrechter. Alle werknemers krijgen na een arbeidsovereenkomst van ten minste twee jaar recht op de transitievergoeding die gebruikt kan worden voor scholing en om over te stappen naar een andere baan of een ander beroep. Voor kleine bedrijven komt een overgangstermijn, zij mogen tot het jaar 2020 een lagere ontslagvergoeding betalen als zij personeel gedwongen moeten ontslaan vanwege een slechte financiële situatie.
Transitievergoeding
De vergoeding wordt maximaal €75.000,- bruto, en maximaal een jaarsalaris voor mensen die meer verdienen dan €75.000,- bruto per jaar, tenzij de Rechter oordeelt dat een hogere of lagere vergoeding aan de orde dient te zijn.
WW uitkering
De maximale duur van door de overheid betaalde WW wordt van 1 januari 2016 tot het jaar 2019 van 38 naar 24 maanden gebracht. Werkgevers en werknemers kunnen in de CAO afspraken maken om de WW-uitkeringen na 24 maanden – tot 38 maanden – zelf te betalen. Van mensen die langer dan een half jaar in de WW zitten, wordt verwacht dat ze al het beschikbare werk aanvaarden.
Bron: Baker Tilly Berk
1