De Tweede Kamer heeft 14 oktober jl. ingestemd met het Wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden. Dit Wetsvoorstel heeft als doel het combineren van werk en zorg makkelijker te maken; de opname van verlof wordt eenvoudiger en conform het voorstel wordt de mogelijkheid tot aanpassing van de arbeidsduur ruimer.
Wijzigingen Wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden
Zo biedt het Wetsvoorstel de ‘kersverse' vader meer ruimte om rond de geboorte tijd door te brengen met partner en kind. Partners krijgen – naast het (betaalde) kraamverlof van twee dagen – een recht op partnerverlof (ook wel vaderschapsverlof genoemd) van drie dagen. Dit partnerverlof zal onbetaald zijn; het verruimt dus niet het aantal verlofdagen maar maakt dat de werkgever een verzoek tot opname van verlof door de partner niet kan weigeren. Dit maakt dat de partner er zeker van is dat hij een week verlof kan genieten rondom de geboorte.
Het Wetsvoorstel introduceert ook een aanvullend zwangerschapsverlof bij vroeggeboorte of ziekenhuisopname van de pasgeborene; in deze situaties wordt er voor de moeder een ‘thuisverzorgingsrecht' geïntroduceerd van 10 weken, zodat zij zich volledig kan herstellen.
Daarnaast wordt het onder het Wetsvoorstel mogelijk om na de 42ste dag van bevalling het resterende bevallingsverlof flexibel in te zetten. Op deze manier is men niet verplicht om in één keer het volledige bevallingsverlof op te nemen, maar kan over een langere periode deeltijd verlof worden aangevraagd. Vrouwen krijgen daarmee meer eigen regie over de indeling van werk en gezin na de bevalling.
Maar het Wetsvoorstel kent meer wijzigingen; ook de opname van pleegzorg- en adoptieverlof en de regeling voor kort- en langdurend zorgverlof worden geflexibiliseerd.
Een andere belangrijke wijziging betreft de regeling voor aanpassing van de arbeidsduur. Daar waar werknemers momenteel één maal per twee jaar aanpassing van de arbeidsduur kunnen vragen, kan dat onder het Wetsvoorstel jaarlijks.
Behandeling Eerste Kamer
Een aantal belangrijke wijzigingen staat weer op stapel. Er is echter nog geen sprake van een wet. De Tweede Kamer heeft met het Wetsvoorstel ingestemd en zal het ter behandeling doorzenden aan de Eerste Kamer. Nadat de Eerste Kamer het Wetsvoorstel heeft aangenomen en er publicatie heeft plaatsgevonden in het Staatsblad kunnen we spreken van wetgeving.
Bron: BDO
7