Computerised procedure for the movement of excise goods under suspension of excise duty. European Commission
30 januari 2014
Commission Implementing Regulation (EU) No 76/2014 of 28 January 2014 amending Regulation (EC) No 684/2009 as regards the data to be submitted under the computerised procedure for the movement of excise goods under suspension of excise duty.
This Regulation shall apply from 13 February 2014.
Ondanks de beperkte bevoegdheden van de Europese Commissie op het gebied van de directe belastingen, vindt de Europese Rekenkamer (ERK) dat de commissie meer moet doen om belastingontwijking door bedrijven tegen te gaan. De rekenkamer denkt onder meer aan de ontwikkeling van specifieke richtsnoeren voor de EU-landen zodat deze één front kunnen vormen tegen schadelijke belastingpraktijken. Ook moet de commissie ervoor zorgen dat er snel een gemeenschappelijk systeem voor prestatiemonitoring wordt ingevoerd. Dat is de conclusie van een verslag van de ERK die onderzocht hoe drie EU-richtlijnen in de periode 2019-2023 zijn toegepast in Ierland, Cyprus, Luxemburg, Malta en Nederland.
Advocaat-generaal Wattel is van mening dat het systeem van zuiveringsheffing wel degelijk een niet te rechtvaardigen discriminatie van tweepersoonshuishoudens met zich meebrengt. Gelet op het geringe financiële belang (circa € 58 per jaar) ziet de A-G echter geen reden voor de rechter om in te grijpen.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën wil zicht binden aan meerjarige onderzoeken naar de grenseffecten van het accijnsbeleid. Dit is te lezen in de reactie op vragen van de Eerste Kamerfracties van de BBB, CDA, OPNL en JA 21.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de vergoeding die rhtb ontvangt moet worden beschouwd als een vergoeding voor een dienst die onder bezwarende titel is verricht. Rhtb was namelijk begonnen met de uitvoering van de ontbonden dienst en was bereid om deze te voltooien.
Landen in de Europese Unie lopen jaarlijks meer dan € 100 miljard aan inkomsten mis door belastingontwijking door bedrijven. De maatregelen hiertegen uit Brussel zijn niet waterdicht omdat lidstaten ze verschillend interpreteren. Dat concludeert de Europese Rekenkamer in een nieuw rapport. Hoeveel belastinginkomsten Nederland misloopt, vermeldt het rapport niet.
Met veel interesse heb ik de recente Uitvergroot ‘HvJ EU gaat (wederom) stilzwijgend om: over ‘economische logica’ en kunstmatigheid’ van Wisman gelezen, waarin zij de zaak X BV (ECLI:EU:C:2024:822, V-N 2024/47.10) analyseert. In dat arrest oordeelt het Hof van Justitie EU (HvJ EU), kortweg, dat art. 10a lid 1 aanhef en letter c Wet VPB 1969 niet in strijd komt met het Unierecht. Wisman trekt een aantal conclusies, onder meer in relatie tot de zaak Lexel (ECLI:EU:C:2021:34, V-N 2021/6.8). Graag reageer ik op die conclusies, omdat ik meen dat van een koerswijziging geen sprake is (geweest).
De Europese Commissie heeft haar oordeel over ongeoorloofde belastingafspraken tussen Nederland en Starbucks nietig verklaard. Het onderzoek nam bijna tien jaar in beslag.
Tijdens het Ecofinraadontbijt op 5 november 2024 spraken meerdere EU-lidstaten hun steun uit voor de ambitie om de administratieve lasten van fiscale regelgeving te verminderen en de wet- en regelgeving op te schonen. Daarnaast benadrukten sommige lidstaten dat de behaalde resultaten van de anti-belastingontwijkingsagenda niet uit het oog verloren mogen worden. Dat staat in het verslag van de Ecofinraad van minister Heinen van Financiën.
De NOB vraagt om een zekere mate van souplesse voor de timing van de registratieplicht voor exploitanten van cryptoactiva, gezien de onduidelijkheden over de nieuwe regels. Dit schrijft de NOB in haar reactie op de internetconsultatie ‘Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling cryptoactiva’.
Het kabinet beraadt zich op dit moment over de vraag of de omzetting naar een gedifferentieerde verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken wenselijk is, en zo ja, welk scenario dan de voorkeur heeft. Dit najaar wordt de Kamer geïnformeerd over de voortgang van de besluitvorming. Dat staat in een verslag van staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën van een schriftelijk overleg in de Eerste Kamer over de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken.