"De compensatieregeling voor de bezwaarmakers van de box 3-heffing zet aan tot ongelijke behandeling en willekeur. Bovendien worden mensen met veel vermogen (en weinig rendement) nu niet belast. Daar komt bij dat vooral mensen die zich belastingadviseurs kunnen veroorloven gebruikmaken van de compensatie." Dat schrijft de Tilburgse hoogleraar economie en ethiek Johan Graafland in Trouw.
In zijn opiniestuk vraagt Graafland zich of de Hoge Raad in de box 3-zaak wel de eervolle rol toekomt van waakhond die de regering dwingt de belasting op vermogen rechtvaardiger te maken. Door het fictieve rendement werd aan spaartegoeden méér inkomen toegerekend, en dus belast, dan daadwerkelijk werd genoten.
In december 2021 (het kerstarrest) verplichtte de Hoge Raad de regering spaarders hiervoor te compenseren. Afgelopen mei oordeelde de Hoge Raad vervolgens dat alleen mensen die tijdig bezwaar hadden gemaakt tegen te hoge vermogensbelasting recht op compensatie hadden.
Graafland verwijt de Hoge Raad dat hij hierdoor ook zélf ongelijke behandeling veroorzaakt. "Mensen die geen inkomen uit vermogen genoten, maar niet (op tijd) bezwaar maakten, vissen nu achter het net. Bovendien is de compensatie heel willekeurig. Want mensen van wie de belasting om wat voor reden nog niet definitief was vastgesteld, kunnen alsnog daarvan profiteren, anderen niet", schrijft hij in Trouw.
De hoogleraar vindt zelfs dat er van rechtsonzekerheid die de Hoge Raad vaststelde, geen sprake is. "Iedereen wist al lang dat het vermogen al die tijd de facto belast werd met een (inmiddels progressieve) vermogensbelasting en niet met een vermogensrendementsheffing. Het enige probleem is dat het beestje de verkeerde naam had, waardoor ook de hele onderbouwing kunstmatig werd."
Graafland concludeert dat het kwaad al is geschied nu de Hoge Raad zich te veel door de letter van de wet liet leiden, en onderliggende ethische principes en de weerbarstige praktijk onvoldoende meewoog. "Had zij dat wel gedaan, dan had zij geen rechtsgevolg aan haar overwegingen gegeven en niet besloten tot compensatie."
Bron: Trouw