Naar aanleiding van een televisie-uitzending over het onderwerp 'verplicht sparen voor onderhoud van een appartement' hebben de Tweede Kamerleden Lodders en Koerhuis vragen gesteld aan de minister van Binnenlandse Zaken. De vragenstellers informeren naar de visie van de minister op het feit dat eigenaren van een appartement verplicht zijn om jaarlijks een bedrag te sparen in de Vereniging van Eigenaren (VvE) en dat zij over het gespaarde bedrag vermogensrendementsheffing in box 3 moeten betalen.

Minister Ollongren geeft mede namens de staatssecretaris van Financiën in haar antwoord aan dat een lidmaatschapsrecht in een VvE civielrechtelijk een aparte rechtsfiguur is. Als gevolg daarvan vormt het fiscaal een afzonderlijk te kwalificeren vermogensrecht dat tot de bezittingen in box 3 wordt gerekend. Zij geeft aan dat de Hoge Raad dit standpunt (zie V-N 2010/37.17) in 2010 al heeft ingenomen.

De Hoge Raad merkte daarbij op dat er geen verschil in behandeling mag ontstaan tussen woningeigenaren die geen lid zijn van een VvE en woningeigenaren die zelf reserves aanleggen ten behoeve van toekomstig onderhoud. Dergelijke reserves worden voor de toepassing van de eigenwoningregeling immers ook niet gerekend tot (de waarde van) die eigen woning.

Belang voor de praktijk

Op 1 januari 2018 is de Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars in werking getreden. In deze wet is geregeld dat VvE’s jaarlijks een minimumbedrag moeten sparen voor groot onderhoud door storting in het VvE reservefonds, gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplan (MJOP) óf 0,5% van de herbouwwaarde. De wet is tot stand gekomen omdat uit onderzoek is gebleken dat VvE’s slecht functioneren en te weinig sparen voor groot onderhoud.

Als gevolg van de wettelijke verplichting zullen alle appartementseigenaren daadwerkelijk geconfronteerd worden met een jaarlijks wisselende waarde van het reservefonds. Het aandeel van de appartementseigenaar in het reservefonds per 1/1 moet bij de aangifte inkomstenbelasting als bezitting in box 3 worden aangegeven. Daarbij zou het in een voorkomend geval fiscaal interessant kunnen zijn om gepland onderhoud vóór de peildatum 1 januari af te ronden.

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden