De Wet aanpak schijnconstructies (WAS) treedt in werking in drie fasen. Een deel is al op 1 juli 2015 in werking getreden. Een deel treedt op 1 januari 2016 in werking en een deel treedt op een nog nader te bepalen datum in werking. De WAS beoogt onder meer de rechtspositie van werknemers te versterken door de mogelijkheid om opdrachtgevers van de werkgever aan te spreken op betaling van het afgesproken loon als zij dat niet (geheel) van de werkgever krijgen.
Hieronder een overzicht van de belangrijkste maatregelen.
- Sinds 1 juli 2015 geldt een ketenaansprakelijkheid voor betaling van het tussen de werkgever en werknemer afgesproken verschuldigde loon. Ketenaansprakelijkheid houdt in dat bij een keten van werkgevers (niet per se in dezelfde groep van ondernemingen) de werknemer alle opdrachtgevers in de keten aansprakelijk kan stellen voor betaling van het loon waar hij recht op heeft. De werknemer dient eerst zijn directe werkgever of diens opdrachtgever aan te spreken. Beiden zijn hoofdelijk aansprakelijk voor het te betalen loon. Indien de werknemer het loon bij hen niet kan innen, bijvoorbeeld omdat zij failliet zijn of niet meer bestaan, kan hij de eerstvolgende hogere schakel in de keten aanspreken. De ketenaansprakelijkheid is niet van toepassing op opdrachtgevers die als natuurlijke personen niet handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf (bijvoorbeeld een particulier die een huis voor zichzelf laat bouwen).
- Sinds 1 juli 2015 worden de namen van ondernemingen die een bestuurlijke boete hebben gekregen voor het niet naleven van regels met betrekking tot het tewerkstellen van vreemdelingen of het uitlenen van personeel door intermediairs openbaar gemaakt.
- Per 1 januari 2016 mag het wettelijk minimumloon niet meer contant worden uitbetaald. Om fraude of valsheid in geschrifte te voorkomen moet minimaal het salarisgedeelte gelijk aan het wettelijk minimumloon giraal worden uitbetaald.
- Per 1 januari 2016 is het niet meer toegestaan om onkosten die betrekking hebben op reële kosten (zoals huisvesting, werkkleding en reiskosten) in te houden op het minimumloon. Om naleving te bevorderen dienen werkgevers alle elementen waaruit het loon is samengesteld, inclusief de onkostenvergoedingen, op de loonstrook te specificeren. Als dit niet wordt gedaan, kan de Inspectie SZW een boete opleggen.
- In de toekomst (datum van inwerkingtreding moet nog bepaald worden) worden ook de namen van ondernemingen die de regelgeving met betrekking tot het minimumloon en arbeidsomstandigheden niet naleven, openbaar gemaakt.
Opdrachtgevers kunnen maatregelen nemen om zichzelf te beschermen tegen eventuele vorderingen van werknemers van opdrachtnemers. Opdrachtgevers doen er verstandig aan om zoveel mogelijk met gecertificeerde opdrachtnemers in zee te gaan. Daarnaast moeten opdrachtgevers in hun overeenkomsten met opdrachtnemers duidelijke bepalingen opnemen ter zake van de naleving van de arbeidsrechtelijke regels die de opdrachtnemers in acht moeten nemen. Ook dienen opdrachtgevers, bij signalen van onderbetaling, adequate actie te ondernemen richting opdrachtnemers door bijvoorbeeld inzage te eisen in de loonbetalingen, contact op te nemen met de Inspectie SZW of desnoods, de overeenkomst met de opdrachtnemer te ontbinden.
Bron: Loyens & Loeff
3