De keuze om een nationale minimum CO2-prijs in te voeren voor alleen binnenlandse elektriciteitsopwekkers verstoort de concurrentiepositie van deze bedrijven. Dit schrijft de NOB in haar reactie op het wetsvoorstel Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking (35 216).

Ook vraagt de Orde om duidelijk te maken op welke gronden de regering tot de conclusie is gekomen dat ten opzichte van andere sectoren geen sprake zou zijn van verboden staatssteun. Daarnaast moeten de gevolgen van de heffing voor de werking van de EU ETS worden onderzocht. Nu is het niet duidelijk wat het effect van de minimum CO2-prijs zal zijn. Een mogelijk ongewenst effect is dat binnenlandse of buitenlandse opwekkers de EU ETS-prijs beïnvloeden in de maanden dat deze bepalend is voor de hoogte van de minimum CO2-prijs.

Hoofdlijnen wetsvoorstel

De minimum CO2-prijs heeft als doel om bedrijven die elektriciteit produceren in een grotere mate te stimuleren om in hun keuzes rekening te houden met de gevolgen van CO2-uitstoot voor het klimaat en de schadelijke consequenties daarvan voor mens en milieu. Met een minimum CO2-prijs voor elektriciteitsproducenten wordt langjarig zekerheid geboden over de minimale hoogte van CO2-kosten die zij moeten betalen, zodat zij dit mee kunnen nemen bij hun investeringsbeslissingen.

De maatregel hangt samen met de EU ETS-prijs, de prijs van een broeikasgasemissierecht, die tot stand komt in het kader van het EU ETS. Vragers en aanbieders handelen in deze rechten en zo komt op de markt een prijs voor emissierechten tot stand, de EU ETS-prijs. Met de invoering van een minimumprijs wordt de EU ETS-prijs wanneer deze lager is dan de minimum CO2-prijs, aangevuld met een nationale belasting. De minimumprijs bestaat in dat geval dus uit een combinatie van de EU ETS-prijs en een aanvullende nationale CO2-belasting.

Lees het hele commentaar. 

 

Bron: NOB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Milieuheffingen

2

Gerelateerde artikelen