De Belastingdienst stelt dat betalingen in 2022 aan door zorgaanbieders ingehuurd personeel die btw-vrijgesteld werk doen, niet uitgezonderd zijn van de UBD-verplichting (Uitbetalingen aan derden) voor die zorgaanbieders. De Tweede Kamer heeft op de valreep vragen gesteld over deze kwestie vanwege de forse toename van de administratieve lastenverzwaring voor zorginstellingen. De fiscus biedt overigens uitstel aan voor partijen die de deadline van 1 februari niet halen.
Kamerlid Corinne Ellemeet (GroenLinks) vraagt zich onder meer af of de staatsecretaris van Financiën bereid is om zorgaanbieders, vanwege hun btw-vrijstelling, (tenminste tijdelijk) uit te zonderen van deze maatregel. Een dergelijke wens was eerder al door de zorgkoepels geuit. Een uitzondering op de UBD-verplichting betekent dat de zorgaanbieders meer tijd krijgen om de gegevens te verzamelen van ingehuurd personeel en de administratieve processen in te richten voor de renseignering.
Uitstel
De Belastingdienst heeft recent in een overleg met de beroepsorganisaties van belastingadviseurs (becon-overleg) toegezegd tegemoet te willen komen aan verzoeken om uitstel voor het voldoen aan de renseigneringsverplichting.
Lukt het zorgaanbieders niet om uiterlijk 31 januari 2023 aan de renseigneringsverplichting te voldoen, dan heeft de Belastingdienst toegezegd soepel om te gaan met verzoeken om uitstel voor het doen van de opgaaf UBD.
Uit het antwoord op vraag 21, opgenomen in het vraag-en-antwoordendocument van de Belastingdienst, volgt dat – onder vermelding van de reden – uitstel gevraagd kan worden bij de inspecteur van het belastingkantoor waar degene die tot renseignering verplicht is (de aanleveraar) onder valt. Welke inspecteur dat is, staat op bijvoorbeeld de aangiftebrief loonheffingen voor de inhoudingsplichtige aanleveraars; voor niet-inhoudingsplichtige aanleveraars staat dit op de uitnodiging om opgaven Uitbetaalde Bedragen aan Derden (UBD) te doen.
Bron: TweedeKamer/SRA
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Loonbelasting