De raad van commissarissen van een waterleidingbedrijf heeft in een aandeelhoudersvergadering ontslag aangezegd voor de statutair directeur die daar zelf niet bij aanwezig kon zijn vanwege arbeidsongeschiktheid. De rechtbank vindt dat ondanks het opzegverbod tijdens ziekte ontbinding van de arbeidsovereenkomst wel degelijk mogelijk is omdat het ontslag geen verband houdt met de ziekte.
De zaak verloopt als volgt. Het Waterleidingbedrijf Noord-Holland, PWN, heeft de Provincie als enig aandeelhouder. Daarnaast heeft PWN een raad van commissarissen (RvC), die toezicht houdt op het bestuur en de algemene gang van zaken binnen PWN. De statutair directeur is in dienst getreden bij PWN en is daarnaast in vennootschappelijke zin benoemd tot statutair bestuurder.
In 2018 is binnen PWN een medewerkerstevredenheidsonderzoek gehouden waarbij het verbeteren van de directie als een van de belangrijkste punten werd vermeld. In maart 2019 en juli 2019 zijn door de Provincie twee klokkenluidersmeldingen ontvangen van medewerkers van PWN.
Begin oktober 2019 heeft PWN een forensisch (accountants)onderzoek laten uitvoeren. Dit onderzoek was o.a. gericht op de informatieverstrekking aan de Provincie en de RvC door de statutair directeur. De uitkomsten van het onderzoek zijn voor de Provincie aanleiding geweest om de positie van de statutair bestuurder van PWN ter discussie te stellen.
Vervolgens heeft de RvC de statutair directeur uitgenodigd voor de aandeelhoudersvergadering waarop het voorgenomen ontslag was geagendeerd. De statutair directeur heeft de vergadering niet bijgewoond wegens arbeidsongeschiktheid, maar wel schriftelijk bezwaar gemaakt tegen haar op non-actiefstelling.
Verstoorde arbeidsrelatie
De rechtbank is van oordeel dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst mogelijk is ondanks het opzegverbod tijdens ziekte omdat het ontslag geen verband houdt met haar ziekte. Het ontslag heeft namelijk te maken met de slechte arbeidsverhouding tussen de partijen.
Een goede relatie tussen de statutair bestuurder van PWN en de Provincie is onontbeerlijk, mede gelet op de publieke taak van PWN en de Provincie op grond van de Drinkwaterwet. De rechtbank vindt daarom dat van PWN niet kan worden gevraagd om het dienstverband te continueren als er een verstoorde arbeidsverhouding speelt tussen de partijen. Dat deze verstoorde arbeidsrelatie hoofdzakelijk te wijten is aan PWN, zoals de statutair directeur heeft aangevoerd, is niet gebleken.
Inhoudsloze arbeidsovereenkomst
Ook stelt de rechtbank dat, zover een verstoorde arbeidsverhouding niet speelt, de arbeidsovereenkomst door het vennootschapsrechtelijke ontslag van statutair directeur door de aandeelhoudersvergadering in ieder geval inhoudsloos is geworden. De rechtbank ontbindt daarom de overeenkomst en kent de transitievergoeding toe aan de statutair directeur.
Bron: Walter Legal
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Arbeidsrecht, Ondernemingsrecht