Hoewel voor de levensverzekering de leer van het zelfstandig recht geldt, moet de verzekeraar bij de uitkering aan de erfgenamen wel uitgaan van de in het testament opgenomen verdeling. Dat oordeelt het financiële klachteninstituut Kifid na een klacht van de enig erfgename.
De zaak verloopt als volgt. In 1973 heeft de man van de consument een gemengde levensverzekering afgesloten bij de verzekeraar met een overlijdensrisico-uitkering van € 2.839.
In 2014 heeft de man een testament laten opmaken waarin hij zijn echtgenote, de consument, tot enig erfgename heeft benoemd onder 'de ontbindende voorwaarde'. Het testament bevat een zogenoemde tweetrapsmaking en noemt situaties waarbij de ontbindende voorwaarde van kracht wordt.
Door een tweetrapsmaking in een testament op te nemen, krijgen twee (of meer) erfgenamen in bepaalde volgorde recht op dezelfde erfenis. Eerst benoemt de erflater een erfgenaam onder een ontbindende voorwaarde (de bezwaarde - eerste trap) en vervolgens een erfgenaam onder een daarbij aansluitende opschortende voorwaarde (de verwachter - tweede trap). In deze zaak is de bezwaarde de echtgenote en zijn de verwachters zijn kinderen.
In 2021 komt de man te overlijden. De verzekeraar wijst het verzoek van de echtgenote, om het gehele verzekerde kapitaal aan haar uit te keren, af omdat zij volgens de verzekeraar slechts recht heeft op 1/3 deel van het overlijdenskapitaal. De vrouw is het niet eens met de verzekeraar en stapt naar het Kifid. Zij is immers enig erfgename, zo volgt uit het testament, en eist het hele bedrag op.
Het Kifid geeft in een bindend oordeel (nummer 2022-0654) de vrouw gelijk. De verzekeraar moet op grond van artikel 7:967 lid 4 BW bij de uitkering aan de erfgenamen uitgaan van de in het testament opgenomen verdeling. De man heeft in zijn testament zijn vrouw als enig erfgenaam benoemd onder de ontbindende voorwaarde. Er is gesteld noch gebleken, zo constateert het klachteninstituut, dat één van de in het testament genoemde situaties voor het intreden van de ontbindende voorwaarde zich heeft voorgedaan.
De verzekeraar is daarom gehouden het gehele verzekerde kapitaal (ad € 2.839) aan de vrouw uit te keren en ook de notariskosten van de verklaring van erfrecht te vergoeden (€ 740).
Lees ook het thema De tweetrapsmaking in de Successiewet.
Bron: Kifid
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Schenk- en erfbelasting, Erfrecht