Op 1 februari 2017 is het wetsvoorstel tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de rechterlijke organisatie vanwege een aantal wijzigingen van pensioenwetgeving (Verzamelwet pensioenen 2017) aangeboden aan de Tweede Kamer.

Verzamelwet pensioenen 2017

De Verzamelwet pensioenen 2017 heeft als doel het verbeteren van de pensioenwetgeving. De onderwerpen in het wetsvoorstel zijn een uitwerking van toezeggingen aan de Tweede Kamer en Eerste Kamer of wensen uit de pensioensector. Het betreft:
  • Uitvoeringsreglement gesloten fondsen en het algemeen pensioenfonds;
  • Elektronische informatieverstrekking;
  • Periodieke vaste stijging variabele pensioenuitkering;
  • Uitbreiden spreidingstermijn bij de variabele uitkering van 5 naar 10 jaar;
  • Voorwaardelijkheidsverklaring;
  • Raad van toezicht ondernemingspensioenfondsen;
  • Verduidelijken aantal meetmomenten beleidsdekkingsgraad;
  • Overgangsrecht websiteverplichting;
  • Bevoegdheid tot waardeoverdracht bij ‘herkansing'. Voor meer informatie hierover, zie het onderdeel ‘Van vast naar variabel pensioen' in dit bericht;
  • Procedure wijziging beroepspensioenregeling;
  • Beroepsrecht verantwoordingsorgaan beroepspensioenfondsen.

Naast het wetsvoorstel is er een memorie van toelichting, het advies van de Raad van State en een Nader rapport beschikbaar.

Wet verbeterde premieregeling

Onderstaand worden twee wijzigingen die gerelateerd zijn aan de Wet verbeterde premieregeling nader toegelicht.
 
Periodiek vaste stijging variabele pensioenuitkering
Een periodieke vaste stijging van de uitkering is mogelijk bij een variabele pensioenuitkering op grond van de Wet verbeterde premieregeling. Bij een periodieke vaste stijging van de pensioenuitkering ontvangt de pensioengerechtigde lagere eerste pensioenuitkeringen. Als gevolg van het stijgende uitkeringspatroon krijgt de pensioengerechtigde meer stabiliteit in koopkracht en hogere pensioenuitkeringen op latere leeftijd.
 
Uitbreiden spreidingstermijn bij de variabele uitkering van 5 naar 10 jaar
De maximale spreidingsperiode voor financiële mee- en tegenvallers gaat van vijf naar tien jaar. Een verlenging van de spreidingstermijn biedt pensioenuitvoerders meer ruimte om tegenvallende financiële resultaten in de tijd te spreiden. Een langere spreidingsduur maakt pensioenen op korte termijn minder gevoelig voor deze resultaten.

Belang voor de praktijk

De keuze voor de spreidingsduur blijft uiteraard een verantwoordelijkheid voor de pensioenuitvoerder. De uitvoerder zal deze keuze dan ook afstemmen op desbetreffende pensioenregeling en op de risicobereidheid van de betrokken deelnemers en gepensioneerden.
De beoogde inwerkingtreding van het wetsvoorstel is 1 juli 2017.

Van vast naar variabel pensioen

Pensioengerechtigden die tussen de twee pensioenknipregelingen een vast pensioen hebben moeten aankopen, krijgen juridisch de mogelijkheid om hun vaste pensioenuitkering om te wisselen voor een variabele pensioenuitkering.
 
Dit staat in het Besluit van de staatssecretaris van Financiën van 20 januari 2017, nr. 2017-7169. Op 1 september 2016 is de Wet verbeterde premieregeling is in werking getreden. Deelnemers aan een premie- of kapitaalovereenkomst kunnen nu kiezen tussen vaste of variabele pensioenuitkeringen. Hiervoor kenden we twee pensioenknipregelingen. Tussen deze twee pensioenknipregeling is een periode gelegen waarbij pensioengerechtigden uitsluitend konden kiezen voor een vast pensioen: van 1 januari 2014 tot 8 juli 2015. Voor deze groep komt er een ‘herkansing'. Zij krijgen alsnog de mogelijkheid om te kiezen voor een variabel pensioen. Om deze mogelijkheid ook fiscaalrechtelijk te begeleiden, publiceert staatssecretaris Wiebes van Financiën nu een besluit. Aan de omzetting zijn de volgende voorwaarden verbonden:
  1. Het pensioenrecht is opgebouwd in een premie- of kapitaalovereenkomst;
  2. Het pensioen is ingegaan in de periode van 1 januari 2014 tot 8 juli 2015;
  3. Het variabele pensioen sluit direct aan op de vaste pensioenuitkering;
  4. Bij de omzetting vindt geen keuze voor variabilisering plaats. Variatie binnen de bandbreedte 100:75 of compensatie van de AOW-uitkering tot het bereiken van de AOW-leeftijd is niet mogelijk. Als eerder gekozen is voor variatie in de omvang van de pensioenuitkeringen, mag de gekozen variatie wel worden beperkt of uitgesloten;
  5. Er vindt geen (gedeeltelijke) ruil van partnerpensioen, wezenpensioen of ouderdomspensioen plaats; en
  6. Omgezet wordt de waarde van de vaste pensioenuitkering op het omzettingsmoment. Er wordt geen extra waarde of aanvullende pensioenopbouw toegevoegd.

Belang voor de praktijk

Het besluit geldt voor het jaar 2017. De omzetting kan alleen dit jaar plaatsvinden. De wetgever faciliteert de omzetting. Of deze ook daadwerkelijk door de pensioenuitvoerder wordt aangeboden, is vooral een beleidsmatige kwestie. Veel pensioenuitvoerders zullen zich hier nu over buigen. Biedt de huidige pensioenuitvoerder geen variabel pensioen aan, dan kan de ‘herkanser' ook shoppen met zijn pensioenkapitaal. Ook hier geldt weer dat de pensioenuitvoerder dan wel bereid moet zijn om mee te werken aan deze waardeoverdracht.
 

 

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Pensioenen

1

Gerelateerde artikelen