In de Bijstellingsregeling indirecte belastingen en de Provinciewet 2023 is bepaald dat de woningwaardegrens voor toepassing van de startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting in 2024 € 510.000 bedraagt.

Op 13 december 2022 heeft staatssecretaris van Rij van Financiën de Bijstellingsregeling indirecte belastingen en de Provinciewet 2023 (hierna: bijstellingsregeling) gepubliceerd. De bijstellingsregeling geeft invulling aan de indexeringsvoorschriften zoals die onder andere zijn opgenomen in de Wet op de accijns (WA), de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (Wet BPM 1992) en de Provinciewet.

Tevens is in de bijstellingsregeling de indexatie van de startersvrijstelling voor de overdrachtsbelasting uitgewerkt (art. 15 lid 1 onderdeel p ten vierde Wet op belastingen van rechtsverkeer (WBR)). Hiermee wordt het bedrag van de woningwaardegrens voor de startersvrijstelling aangepast aan de veranderingen van de gemiddelde WOZ-waarde. Om ervoor te zorgen dat burgers ruim van tevoren kennis kunnen nemen van de van toepassing zijnde woningwaardegrens heeft het kabinet toegezegd om het nieuwe grensbedrag een jaar van tevoren bekend te maken in de bijstellingsregeling. Met ingang van 1 januari 2024 bedraagt de woningwaardegrens voor toepassing van de startersvrijstelling € 510.000.

Belang voor de praktijk

In 2023 bedraagt de woningwaardegrens voor toepassing van de startersvrijstelling € 440.000, daarvoor € 400.000. De stijging naar € 510.000 in 2024 lijkt goed nieuws voor starters op de woningmarkt. Daarbij moet wel bedacht worden dat de aanpassing is gebaseerd op de gemiddelde stijging van de eigenwoningwaarden in het voorafgaande kalenderjaar. Als je naast de stijging van de huizenprijzen in de afgelopen jaren ook de schaarste op de woningmarkt in ogenschouw neemt, is het maar de vraag of de aangekondigde verhoging starters gaat helpen bij het realiseren van hun woonwensen.

Desalnietemin, de stijging van de startersvrijstelling in twee jaar tijd is zonder meer fors te noemen. Weet dat de startersvrijstelling ook kan dalen. Zoals gezegd is de aanpassing van deze vrijstelling gebaseerd op de ontwikkeling van eigenwoningwaarden in het voorafgaande kalenderjaar. We zien op dit moment dat de huizenprijzen dalen. Als deze trend zich doorzet, kan dit betekenen dat de startersvrijstelling in 2025 lager is dan de startersvrijstelling die in 2024 geldt.

Bron: Legal en Compliance Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

1891

Gerelateerde artikelen